Wij moeten terug: terug in de historie. Want zo min als het rechts-autoritair protest tegen het regeringsbeleid in de jaren' 30 los te maken valt van de autoritaire en fascistische stromingen die zich in ons land in de jaren '
20, zij het zwak, geopenbaard hadden, zo min vallen die stromingen los te maken van een wending inhet Europese politieke denken welke zich al vroeger, in de negentiende eeuw, was gaan aftekenen. De wortels liggen diep: bij de Franse revolutie.
Het was wel onvermijdelijk dat op het kwart eeuw van verwarring dat ingezet was met de bestorming van de Bastille (1789) en uitgeluid met de Slag bij Waterloo (18 r 5), een periode volgde waarin bij de heersende groepen de behoefte sterk was, de politieke verhoudingen zowel nationaal als internationaal als het ware te bevriezen; onvermijdelijk, dat sommigen zich keerden tegen de leuzen van liberté, égalité, fraternité die zij als oorsprong, stimulans en symbool beschouwden van al die onrust uit een recent verleden. De negentiende eeuw, enerzijds de eeuw van het liberalisme, werd tegelijk, en van meet af aan, de eeuw van de reactie daarop: reactie niet alleen in die ene zin dat liberale krachten in een voortdurende worsteling lagen met conservatieve, maar ook in die andere dat zich stromingen gingen aftekenen die het liberalisme principieel verwierpen en er zich op wilden afzetten; de ontwikkeling in Nederland hebben wij kort geschetst. In Frankrijk ging zij verder: de Parijse Commune van r87I was in zekere zin voorloper van de Russische revolutie van 1917. Zij hield de uitbreiding van de kapitalistische productiewijze evenwel niet tegen en deze deed een turbulente maatschappij ontstaan: in het economische vlak turbulent door de vrijheid die zij de ondernemers als producenten schonk, in het politieke niet minder doordat zij, in beginsel, alle staatsburgers opriep tot deelneming aan het staatkundig le~~n. Theoretici van het restauratie-tijdperk dat op het Napoleontische volgde, hadden daarentegen betoogd dat de gelijkheid der mensen een gevaarlijke fictie was: sommigen waren voorbestemd te heersen, anderen te dienen. Dat waren opvattingen die, later in die eeuw, niet slechts door Fransen geuit werden: ook de Duitse filosoof Nietzsche, om slechts deze te noemen, getuigde er van. In Frankrijk leidde dit principieel anti-liberale, autoritaire denken tegen het einde van de eeuw voor het eerst tot de vorming'De democratie'
, schreef Maurras,
'is de grootste dwaling van de afgelopen eeuw ... Zij heeft op economisch en politiek gebied de oprichting van het kapitalistisch stelsel gedoogd dat in de staat die elementen verwoest die door de democratische denkbeelden in de geesten vernietigd worden: de natie, de familie, de zedelijkheid. Het is alles gevolg van het feit dat de wetten van de geest vervangen worden door die van het geld."
In kringen die zo dachten, herrees het eeuwenoude anti-semitisme in nieuwe vorm: Joden waren bankiers (de RothschiIds!), Joden stonden vaak vooraan in de rijen der socialisten: Karl Marx was Jood geweest. Sommigen gingen in hun afkeer van de Joden zo ver dat zij kapitalisme en socialisme beschouwden als samenhangende aspecten van een-en-dezelfde sluwe poging van 'het Jodendom'
, van 'het joodse ras'
, zich meester te maken van de wereldheerschappij. Dat Frankrijk reeds den Joden in handen was gevallen, was de voornaamste stelling geweest van het in 1886 nog vóór de Dreyfusaffaire verschenen, sensatie-makende werk van Edouard Drumont, La France juive, waarin tegenover de 'listige'
, 'parasitaire'
Jood het 'idealistische'
, 'rechtvaardige'
, 'scheppende'
'arische ras'
gesteld was. Op een gewelddadige, op de uitroeiing der Joden gerichte revolutie had Drumont al aangedrongen. Zulk een revolutie leek ook Maurras hoogst wenselijk. In 1910 publiceerde hij samen met twee anonym blijvende officieren een gedetailleerd plan voor voorbereiding en uitvoering van een staatsgreep. Frasen, Meer dan dat. Er werden daden gesteld. Dat hadden ook die anarchisten gedaan welke in de laatste decennia van de negentiende eeuw in enkele opzienbarende gevallen staatshoofden, leden van vorstelijke families of ministers uit de weg·geruimd hadden: machteloos protest tegen maatschappelijke ongelijkheid. De Action Française maakte evenwel van individueel terrorisme groeps-terrorisme: een met haar verbonden organisatie, de Camelots du Roi, specialiseerde zich in het afranselen van politieke tegenstanders. Voorts werden, aldus N olte die zo overtuigend op al deze samenhangen wees", overal in Frankrijk straffeloos de standbeelden verwoest van nationale figuren die zich tijdens deMaurras:p.Nolte:'integraal katholicisme'
... Het integralisme keerde zich met name tegen alle neutraliteit, de democratie, het feminisme, de coëducatie, de sexuele voorlichting aan de jeugd en alles wat zich progressief noemde in politiek, kunst of wetenschap, maar prees het leidersbeginselwarm aan.'2
Niet slechts 'de natie, de kerk, de zedelijkheid', door Maurras genoemd, moesten beschermd worden, maar ook geloof en kerk in de officiële concretiseringen van anno 1907.
Wij moeten de invloed van Maurras in het Frankrijk van voor en na de eerste wereldoorlog niet overdrijven. Het moge waar zijn dat de moordenaar van de socialistische voorman Jean Jaurès, neergeschoten aan de vooravond van de eerste wereldoorlog, uit zijn kring kwam, maar het gewelddadig optreden van Maurras' aanhang eiste over het algemeen geen mensenlevens. Hij was meer schrijver dan agitator; tot volkstribuun, tot partijleider ontwikkelde hij zich niet. Zijn 'er bestaat slechts één middel, de demoeratie te verbeteren: haar te vernietigen", bleef in Frankrijk, tot zich daar in het begin van de jaren '30 fascistische groeperingen gingen roeren, in hoofdzaak leuze. Voor die vernietiging van de demoeratie was meer nodig: maatschappelijke ontreddering, politieke verwarring, eennaar dictatuur strevende, hecht georganiseerde groepering, een charismatische leidersfiguur, fatale zwakheid bij diens tegenstanders.
1 A.v., p. 108. 2 L. M. H. Joosten: Katholieken en fascisme in Nederland 1920-1940 (1964), p. 18-19. 3 eh. Maurras: Le nouveau Kiel et Tanger (1913), p.
Al deze factoren, in Frankrijk afwezig, kende Italië toen Mussolini in 1922 metterdaad deed wat Maurras persoonlijk slechts in woorden gepredikt had: de staatsmacht veroveren.