Toen op 9 november 1918 in Berlijn de republiek uitgeroepen werd, had het Duitse volk de eerste wereldoorlog verloren; verloren ondanks ongeëvenaarde inspanningen-ondanks het offer van bijna twee miljoen gesneuvelden. Ook de generaals Hindenburg en Ludendorff die van augustus 1916 af als oberste Heeresleitung steeds sterker het regeringsbeleid bepaald hadden, hadden binnenskamers moeten toegeven dat van militair verzet tegen de in het westen oprukkende Franse, Engelse en Amerikaanse legers geen sprake meer kon zijn. Op II november werd in Compiègne de wapenstilstand gesloten, ruim zes maanden later, 28 juni 1919, in de Spiegelzaal van het paleis van Versailles het vredesverdrag ondertekend. Zwaar waren de territoriale eisen die Duitsland moest inwilligen. Frankrijk verwierf weer zijn twee, in 1871 verloren gegane landsdelen Elzas en Lotharingen; België annexeerde om militair-geografische redenen de grensdistricten Eupen en Malmédy; Denemarken kreeg na een volksstemming de noordelijke helft van Sleeswijk toegewezen. Gevoeliger nog waren de Duitse verliezen in het oosten. Twee gehele provincies, West-Pruisen en Posen, vielen aan Polen toe dat aldus een corridor naar de Oostzee verwierf; daar werd de havenstad Danzig met omgeving een onder de Volkenbond ressorterende Vrijstaat. Oost-Pruisen was voortaan door Danzig en de Corridor van de rest van Duitsland gescheiden. Benoorden Oost-Pruisen werd het gebied van Memel na een periode van Volkenbondsbestuur bezet door Litauen, een van de drie Baltische republieken (Estland, Letland, Litauen) die zich tijdens en door de Russische revolutie met instemming van het communistisch bewind uit het Russisch staatsverband losgemaakt hadden. Verder zuidelijk zou in het belangrijke industriegebied Opper-Silezië een volksstemming gehouden worden; de economisch-belangrijkste delen bleven er tenslotte in Poolse handen. Zo had het Duitsland dat in 1914 de oorlog was ingegaan, tenslotte 13 % van zijn territoir en daarmee zes miljoen burgers verloren - bovendien al zijn koloniën. Afgezien van andere economische verliezen had het zich voorts bereid moeten verklaren, een nog nader te bepalen vordering aan herstelbetalingen te voldoen: herstel van de schade die, met name in N oordFrankrijk, uitvloeisel geweest was van een oorlog voor welks uitbreken Duitsland luidens artikel 23 1 van het Verdrag van Versailles als enige
Baltische staten
Dantzig
Denemarken
Frankrijk
Hindenburg. P. von
Ludendorff, E.
Seyss-Inquart, A.
Versailles
Volkenbond
Weimar-republiek
Duitse verliezen bij de Vrede van Versailles 1. Rijnland gedemilitariseerd; 2. Eupen en Malmédy aan België; 3. Saargebied tijdelijk aan Frankrijk; 4. Elzas-Lotharingen aan Frankrijk; 5. OpperSilezië gedeeltelijk aan Polen; 6. Posen en West-Pruisen grotendeels aan Polen; 7. Danzig alsVrijstaat onder de Volkenbond; 8. Memelland aan Litauen; 9. Noord-Sleeswijk aan Denemarken.