Java dat in 1800 volgens schatting 4 miljoen inwoners had, bezat er volgens telling in 1930 42 miljoen; de bevolking van geheel Indië werd in 1937 op 66 miljoen geschat (in sommige van de buitengewesten was een precieze telling niet mogelijk); onder hen bevonden zich, naast 1,3 miljoen Chinezen en ca. IlO 000 Arabieren, ruim 100000 personen van geheel Nederlandse, meer dan 120000 van gemengde afkomst: die laatsten, de Indo-Europeanen of Indo's zoals zij toen meest door anderen genoemd
Java
Nederlands-Indië
Volkstelling (1930)
werden, kwamen, zeker naarmate het nationalistisch streven toenam, psychologisch in een moeilijke positie te verkeren; zij werden door de meeste Indonesiërs niet als volwaardige Indonesiërs, door vele Nederlanders niet als volwaardige N ederlanders beschouwd. Het ambivalente karakter van de koloniale verhouding vond in hen als groep zijn tegelijk zichtbare en, naarmate de verhoudingen zich toespitsten, meest tragische uitdrukking.