Gelijk gezegd: de LO was in hoge mate aangewezen op de prestaties der Knokploegen. Die KP'en waren overigens zelfstandig (zij kregen wèl geld van de LO) en hadden een eigen landelijke leiding. Van die leiding was in de tweede helft van juli door de arrestaties van Leendert Valstar (15 mei), Izaak van der Horst (14 juni) en Johannes Post en Hilbert van Dijk (16 juli) niet veelover - nog maar één lid van de 'oude'
Top van de LKP bevond zich op vrije voeten: de vijf-en-twintigjarige Liepke Scheepstra, en hij, zwaar gezocht door de 'SD'
, kon zich nauwelijks vrij bewegen. De Top van de LO maakte zich grote zorgen over deze situatie; zij vreesde trouwens óók dat de beste van de beschikbare Knokploegen de grootscheepse sabotage, vooral van de spoorwegen, ter hand zouden nemen, zulks tot schade van het 'kraak'
-werk, en zij wenste dat Scheepstra in de landelijke KP-leiding de LO-leider van Brabant-West, R. Rombouts, naast zich zou krijgen. 'Er moet'
, aldus 'Mededelingen no. 6 van de Top van de LO' (7 augustus) 'andere leiding bij KP'
s komen; willen zij niet, dan zal de LO genoodzaakt zijn andere KP's op te richten. Willen zij zelfstandig worden, dan ook geen financiële steun meer van LO ... Willen eerst weten hoe zij verder hun leiding opstellen."
Het geschil werd bijgelegd. 'De band met de KP'
s', zo stond in 'Mededelingen no. 7 van de Top van de LO' (ca. 14 augustus) te lezen, 'is zeer verstevigd door de benoeming van een der provinciale leiders in de Top van de KP. Bovendien heeft de KP nogmaals vastgesteld, dat ze allereerst zal zorgen voor de bonkaarten en daarna zich zal wijden aan ander werk? - nu, voor die bonkaarten werd gezorgd, gelijk reeds vermeld.