Van de LKP uit was enige tijd tevoren een afspraak gemaakt met functionarissen van de centrale transportafdeling van de Nederlandse Arbeidsdienst dat deze afdeling, die de beschikking had over enkele opleggers welke nog op benzine liepen, in voorkomende gevallen voor het vervoer van uit Engeland gedropte wapens en explosieven zou zorgen (de bedoelde functionarissen van de NAD die eigenlijk liever ontslag hadden genomen, waren ter wille van die eventuele hulpverlening in dienst gebleven). Inderdaad, met een oplegger van de Arbeidsdienst werden de containers van de eerste dropping op donderdag 3 I augustus naar Apeldoorn gebracht waar zij eerst in een garage, vervolgens in een opslagplaats van steenkolen verborgen werden. De inhoud werd nog niet verspreid. Voor die verspreiding had van Bijnen aanwijzingen gegeven: zodra Londen het sein gaf tot verdere actie, moest de helft van de wapens naar Rotterdam worden gebracht (van Bijnen wilde ze gebruiken om het de Duitsers moeilijk, wellicht onmogelijk te maken belangrijke objecten te vernielen) en het grootste deel van de explosieven moest naar de sabotage-commandanten toegaan in die districten waar de belangrijkste spoorlijnen liepen welke de Wehrmacht voor de bevoorrading van de troepen in Belgiƫ gebruikte: de districten dus in het midden, zuiden en oosten van Nederland.