Het rapport ('Nota inzake de '
illegaliteit' in Nederland, de coördinatie daarvan en de mogelijke taak dier gecoördineerde illegaliteit") viel in twee delen uiteen; in het eerste legde van Heuven Goedhart 'het beeld van de illegaliteit per 1 april 1944'
neer, in het tweede besprak hij de 'coördinatie van de illegaliteit'
. De LOjLKP en de spionagegroepen vermeldde hij niet (evenmin trouwens de 'pilotenhulp'
-organisaties), hij oefende scherpe kritiek uit op het Nationaal Comité van Verzet ('politiek zeer weinig ontwikkeld ... onoprechte tactiek ... ongegronde nationale