Er heerste op maandag 4 september in Londen groot enthousiasme: de Geallieerden hadden Brussel bevrijd. 'Volgens officiële berichten'
, aldus Radio Oranje om één uur des middags, 'staan Britse troepen ergens in België op 60 km van de Nederlandse grens. Volgens een Duits bericht dat nog niet van Geallieerde zijde bevestigd is' (het bericht was onjuist), 'zouden Amerikaanse troepen aangekomen zijn in Zuid-Limburg bij het Julianakanaal.'
Belangrijker nog: 'Generaal Dempsey'
(de bevelhebber van het Britse Tweede Leger) 'ontmoette op 2 september een aantal oorlogscorrespondenten in Atrecht en zei hun: 'Het Duitse leger bevindt zich in een staat van ontbinding.' '
Nu, als een zo hooggeplaatste militair zich aldus had uitgelaten, mocht men aannemen dat de Geallieerden hun stormloop vrijwelongehinderd zouden kunnen voortzetten.
Daags tevoren, 3 september, had de koningin aan majoor van Houten opdracht gegeven, zo spoedig mogelijk naar bevrijd Nederland te gaan teneinde de eventuele overtocht te regelen van diegenen die zij als eersten wenste te raadplegen, tenminste als dat raadplegen niet 'thuis'
kon geschieden. Zij dacht, had zij genoteerd aan 'leden van verzet en groep Bosch-Parool, Vrij Ned., dus [illegale] pers, leden v. raad v. advies' (de Contact-Commissie der illegaliteit) 'en is deze niet voluit representatief dan wat er niet in zit ook! ... Ook, indien er zijn, Kamerleden die bekeerd' (d.w.z. 'vernieuwd'
) 'zijn. Zeggen dat ik ieder recht willaten wedervaren, persoonlijke indruk krijgen."
Maandag 4 september voegde de koningin hier een meer in haar persoonlijk vlak liggende opdracht aan toe: van Houten moest in bevrijd gebied uitzien naar 'een hospita'
, d.w.z. een weduwe van een gefusilleerde illegale werker bij wie de koningin haar
1 Ministerraad: Notulen, 4 sept. 1944. 2 Koningin Wilhelmina: Aantekeningen,. 3 sept. 1944 (archief kab. van de koningin).'het komt er voor mij op aan'
, schreef zij nog, 'waar ik toch het uiterste wil presteren, dat ik doelmatig en zoals mij de handen staan aan de slag kan gaan zodra ik aangekomen ben."
In alle nieuwsbulletins van het Nederlands Nieuws van de BBC European Servicewerd, naarwij vermoeden (de betrokken teksten zijn niet bewaard gebleven), de uitlating van generaal Dempsey herhaald. Hetzelfde geschiedde in het avondkwartier van Radio Oranje, maar daaruit viel nog méér hoop te putten. 'De invasie van Duitsland staat te beginnen'
, hoorde men in een commentaar op het nieuws (het was door mij geschreven), waarin ook gezegd werd dat Hitler 'in september 1944'
ten val zou komen. Uitgezonden werd voorts een nieuwe boodschap van generaal Eisenhower, nu aan de bevolking van Rotterdam, waarin 'het personeel van de havens en de spoorwegen'
verzocht werd, 'ter beschikking te blijven in de buurt van de plaats waar zij nu werken'
, en waarin werd opgeroepen, 'industriële installaties, machines, locomotieven, signalen, wagens, voertuigen, kranen, openbare bedrijven en brandweerinstallaties' tegen vernietiging door de Duitsers te beschermen (kennelijk verwachtte het Geallieerde opperbevel binnen hoogstens enkele dagen Rotterdam bereikt te hebben). Uitgezonden werd tenslotte een toespraak van Gerbrandy welke de harten ook al sneller deed kloppen.
H. J. van den Broek, chef van Radio Oranje, had maandagmiddag het concept voor die toespraak geschreven. De eerste zin begon: 'Nu de Geallieerde legers in hun onweerstaanbare opmars de Nederlandse grens naderen'
, maar toen Gerbrandy aan het einde van de middag de tekst te zien kreeg, 'trok'
, aldus later van den Broek, 'een brede glimlach over zijn gezicht. Hij haalde zijn potlood voor de dag, zette een dikke streep, maakte een krabbel en in plaats van 'naderen'
kwam daar, tot mijn stomme maar vreugdevolle verbazing, te staan: 'overschreden hebben.' '
2 Gerbrandy had gemeend die correctie te mogen aanbrengen omdat het Bureau Inlichtingen eerder op de middag via een geheime zender in Brabant een bericht ontvangen had, inhoudend dat de Geallieerden Breda hadden bereikt.' De woorden waarmee Gerbrandy om kwart over acht '
s avonds zijn toespraak begon, vormden wereldnieuws; alle grote Geallieerde persagentschappen zetten het op hun telex: 'Allied forces have
1 A.V.: 'Blocnoot'
aan Ch. H. J. F. van Houten, 4 sept. 1944 (Collectie-van Houten, 'Londense tijd'
, 14). 2 H. J. van den Broek: Hier Radio Oranje. Vijf jaar radio in oorlogstijd (1948), p.260-6r. 3 Op die maandag zijn wellicht enkele Britse patrouillewagens in de buurt van Breda geweest; dat staat niet onomstotelijk vast. Heeft het feit zich voorgedaan, dan zijn die patrouillewagens in elk geval weer snel naar België
Op dat moment was het met spoed bijeengeroepen kabinet in vergadering bijeen. Besloten werd dat de ministers-'kwartiermakers'
zich 'ten spoedigste'
naar Nederland zouden begeven. Er werd voorts vastgesteld dat niet minder dan 27 wetsbesluiten onder de datum van 4 september 1944 zouden verschijnen; daaronder waren het wetsbesluit op de bijzondere staat van beleg, de wetsbesluiten op het gebied van de bijzondere rechtspleging, het Zuiveringsbesluit, de 'sociale'
wetsbesluiten van van den Tempel en het wetsbesluit-Tijdelijke bestuursvoorziening, hetwelk de samenstelling van de colleges van gedeputeerde staten en van burgemeesters en wethouders regelde. Tenslotte werd men het eens over het Politiebesluit (Burger stemde als enige tegen), over de aan de koningin voor te leggen regeling inzake de vertegenwoordigende lichamen (van den Tempel stemde als enige tegen), over het Persbesluit, over het Bioscoopbesluit en over de wachtgeldregeling voor de opvarenden van de koopvaardij. Pas tegen twaalf uur gingen de ministers uiteen.
Inmiddels had het Nederlands Nieuws van de BBC om kwart voor twaalf, zulks op gezag van de Nederlandse Regeringsvoorlichtingsdienst, de nogal algemene formulering welke Gerbrandy om kwart over acht had gebruikt ('de Nederlandse grens overschreden'
) nader geconcretiseerd: Breda was bevrijd. De RVD had dat Of van Gerbrandy Of van het Bureau Inlichtingen vernomen, was van de juistheid van het bericht niet helemaal zeker geweest, maar had het doorgegeven in de verwachting dat de Britse militaire censor (alle berichten moesten die censor passeren) er wel een streep door zou halen als het onjuist was; de censor van zijn kant had uit het hoofdkwartier van het Britse Tweede Leger niet méér vernomen dan dat de Britten in Antwerpen waren maar volgde in de om zich heen grijpende uitgelatenheid de gedachtengang dat als de Nederlandse regering op grond van eigen, directe informatie met stelligheid beweerde dat Breda was bevrijd, er voor hem geen reden was, de juistheid van dat bericht in twijfel te trekken; trouwens, eenzelfde censor had eerder op de avond alle bewoordingen van Gerbrandy's toespraak ('de Nederlandse grens overschreden'
) goedgekeurd.
Zo kon het gebeuren dat het dinsdagmorgen vroeg in heel bezet Nederland van mond tot mond vloog: 'Ze zijn alover de grens! Ze zitten al in Breda!'
Of waren ze al verder? Soms al in Rotterdam waar alles wat met de haveninstallaties samenhing moest worden beschermd?