In Rolduc arriveerden de eerste vluchtende NSB'ers zaterdagavond. Zondagavond waren het er ca. tweehonderd geworden, maandag kwamen er nog zevenhonderd bij, onder wie de waarnemend burgemeester van Maastricht en alle wethouders. 'Ze sjouwen met koffers, pakken, dekens, kinderwagens en karretjes', aldus de in Rolduc door een der seminaristen gemaakte aantekeningen, 'een stroom van ellende die de hele dag aanhoudt."
Op dinsdag 5 september trokken de eerste groepen te voet de grens over, 'ze zijn zeer ontevreden'
, noteerde de seminarist,