I Het was in het bevrijde Zuiden vooral pater prof. dr. M. J. H. Cobbenhagen, hoogleraar in de algemene leer en de geschiedenis van de economie aan de katholieke Handelshogeschool te Tilburg, die zich voor de vorming van corporatieve instellingen moeite ging geven. Hij richtte er Comité's voor Maatschappelijke Wederopbouw oftewel CMW'
s voor op, waarvan het eerste medio november '44 in Tilburg werd gevormd; zij kwamen ook in een aantal andere grote plaatsen in Noord-Brabant tot stand. 'Hoewel'
, aldus J. Bosmans en A. F. Manning in hun inleiding bij het werk van van Oudheusden en Verboom (Herstel- en verniellwingsbeweging in het bevrijde Zuiden, p. 14), 'het streven er op gericht was om alle lagen van de bevolking, alle gezindten en alle maatschappelijke stromingen vertegenwoordigd te doen zijn, bleken de CMW's in de regel een getrouwe afspiegeling te vormen van de politiek-maatschappelijke elite in de betrokken gemeente, terwijl soms (zoals in Eindhoven) ook nog alleen maar de katholieke elite was vertegenwoordigd.' Met dat al fungeerden de Corniré'
s vaak als colleges die op het gebied van de materiële hulpverlening nuttig werk deden.