In dat bevrijde Nederland zouden evenwel zo spoedig mogelijk beroepsmilitairen en dienstplichtigen opgeroepen worden en vrijwilligers de gelegenheid krijgen zich voor de militaire dienst aan te melden. Waartoe? In de eerste plaats om in omstandigheden van wie niemand wist hoe verward ze zouden zijn, steun te bieden aan het wettig gezag in Nederland maar vooralook om Nederland in staat te stellen, met eigen krachten deel te nemen aan de oorlog tegen Japan en aan de bevrijding van Nederlands-Indië, waar, hoe veel er ook in de positie van Indië binnen het koninkrijk zou veranderen, in eerste instantie (daarover was het gehele kabinet het eens) het Nederlandse gezag moest worden hersteld. Een moeilijkheid bij dat alles was dat Nederland bij de opbouw van die nieuwe strijdkrachten volledig afhankelijk was van de hulp der Geallieerden, zowel wat de uitrusting als wat de opleiding (of verdere opleiding) van militairen betrof - trouwens, op het gebied van het transport naar Indië bestond die afhankelijkheid óók: alle United Nations hadden de beschikking over hun passagiers- en transportschepen overgedragen aan de onder de Combined Chiefs of Staff ressorter en de Combined Shipping Adjustment and Raw Materials Board te Washington en daarbij in de lente van '44 de afspraak gemaakt dat de verschillende '
nationale' regeringen pas zes maanden na het einde der vijandelijkheden (vijandelijkheden niet alleen met Duitsland maar ook met Japan) weer over hun passagiers- en transportschepen zouden kunnen beschikken.