De simplistische opvatting dat het beroepskader van het leger niet had gedeugd, was ook binnen het Militair Gezag gemeengoed geworden. 'De houding van het Militair Gezag'
, aldus jegens de EnquĂȘtecommissie luitenant-kolonel A. J. E. Lamberti, na de bevrijding garnizoenscommandant te Maastricht, 'was van dien aard dat, wanneer men bemerkte dat men met een beroepsofficier had te doen, men deze de rug toekeerde. Voor een beroepsofficier was geen emplooi te vinden.'
Samen met een collega-beroepsofficier bood Lamberti daags nadat Maastricht was bevrijd, aan het Militair Gezag zijn diensten aan, maar