Zo was, vergeleken met de situatie die tot in de zomer van '44 had bestaan, in de herfst aan de top van het Duitse bestuursapparaat veel veranderd, maar dat apparaat was bovendien in aanzienlijke mate uiteengeslagen. Alleen Christiansen en zijn staf waren nog niet verhuisd: zij zaten nog in Hilversum; het Reichskommissariat evenwel en de bureaus van de Befehlshaber der Sicherheitspolizei und des SD waren verplaatst: het Reichskommissariat goeddeels naar Delden, Schöngarth en zijn staf naar Zwolle. In totaal waren in de zomer van '44 bij het Reichskommissariat, de bureaus van Seyss-Inquarts Beauftragten in de provinciale hoofdsteden en in Amsterdam en Rotterdam meegeteld, bijna zestienhonderd personen tewerkgesteld - eind september waren dat er nog maar ruim vierhonderd, onder wie een kleine tachtig Nederlandse hulpkrachten.' Dat betekende
Beauftragte des Reichskommissars ftir die Provin- zenChristiansen, F. C, JDeldenFiebig, R.HaarlemHirschfeld, H. M.Neher, L.Organisatiecommissie voor het bedrijfsleven (cornrnissie-Wolrersorn)Raad voor het Bedrijfsleven, 7." 8n, 27-3°,27°, 631; 10bReicbskommissariatSchöngarrh, K. G. E.Seyss-Inquart, A.Speer, A.SpoorwegstakingVorderingen/Inlevering/RoofWoltersom, H. L.ZwolleSEYSS-INQUARTdat Seyss-Inquart veel minder greep had op de situatie dan tevoren. Delden lag bovendien wel erg excentrisch; dat beviel Seyss-Inquart niet. Hij nam zijn intrek op het landgoed bij Apeldoorn waar Wimmer woonde, en van daaruit bezocht hij periodiek de verschillende delen van het bezette gebied. Meestal was hij eens in de twee weken in Den Haag om er besprekingen te voeren met zijn Beauftragte, E. A. Schwebel, en af en toe reed hij dan ook wel naar Amsterdam voor contact met zijn Beauftragte in de hoofdstad, dr. H. Schröder. 'Ikzelf', aldus in '46 Schröders medewerker voor persaangelegenheden, prof. dr. G. A. S. Snijder (een van de grote propagandisten van de SS-ideologie, president van de in feite ter ziele gegane Nederlandse Kultuurraad)