Gaan wij nu de werk- en levensomstandigheden der weggevoerden beschrijven, dan willen wij onderscheid maken tussen de Stellungbau in Nederland en de arbeid in Duitsland. Daarbij merken wij allereerst op dat de werk- en levensomstandigheden voor sommigen van diegenen die in Duitsland terechtkwamen, in zoverre minder onaangenaam waren dan voor alle overigen dat zij redelijk normaal werk kregen en in gezinnen werden ondergebracht. Dit betrof evenwel slechts een relatief kleine groep, veruit de meesten werden gehuisvest in barakken of andere nogal primitieve onderkomens en kregen zwaar werk te verrichten. Die kleine groep werd betaald door de werkgever op de wijze die gebruikelijk was bij de talloze Nederlandse arbeiders die eerder tijdens de bezetting
BerlijnBremenGelderlandGoeree-OverflakkeeHamburgHannoverMünchenRijnlandStuttgartSijes, B. A.WestfalenZwolleJACHT OP DE MANNEN DE 'SPITTERS' IN HET OOSTEN DES LANDSdoor de GAB's naar Duitsland waren gezonden 1; hoe de betaling was geregeld van diegenen die in Duitsland in grote werkploegen werden geconcentreerd (hetzij bij de Organisation Todt voor het aanleggen van stellingen, hetzij bij de Duitse spoorwegen voor het herstel van bombardementsschade), is niet bekend; vermoedelijk waren die regelingen min of meer gelijk aan die welke in bezet Nederland door de Organisation Todtwerden toegepast. Daar hadden de weggevoerde werkkrachten recht op een daggeld door de week van f 5 (z.g. voorarbeiders kregen h) en op zondag (veelal moest ook op zondag worden gewerkt) van h.50 2; zij behoefden voor hun (primitieve) huisvesting en (vaak matige, zo niet slechte) voeding niet te betalen; voor die voeding behoefden zij ook geen distributiebonnen in te leveren, integendeel: zij hadden recht op enige extra brood-, vlees- en kaasbonnenen op een wekelijks bedrag van f 3.50 om die levensmiddelen te kopen. Wij schreven dat zij 'recht hadden' op betaling en extra-bonnen, omdat wij daarmee willen aangeven dat voor ons geenszins vaststaat dat de desbetreffende regelingen steeds zijn toegepast. Het duurde vaak weken voordat de eerste betalingen werden verricht en wij nemen aan dat menige administratie nogal chaotisch was zodat tot in een vrij laat stadium aan de betalingen veel bleef ontbreken. Die betalingen waren, de tijdsomstandigheden in aanmerking genomen, niet gering (ze kwamen ongeveer overeenmet wat een redelijk geschoolde arbeider verdiende) en velen spaarden dan ook een niet onaanzienlijk bedrag bijeen. Leest men in een geschiedenis van het Overijsselse Olst: 'Mede aan de OT was het te wijten dat na de bevrijding het aanbod op de arbeidsmarkt ongunstig was. Vele arbeiders wildenJ.O.J.J.hadden aan sigaretten die ze dan weer zwart trachtten te kopen met de opbrengst vanArbeidsbureaus, GewestelijkeDrenteGoeree-OverflakkeeGroningen, provincieOlsrOrganisation Todt (OTJPoortman. J.Westra, E. J.eerst de bij de OT verdiende en opgespaarde hoge lonen opmaken alvorens weer aan het werk te gaan'!, dan ligt de veronderstelling voor de hand dat dit verschijnsel zich niet alleen in Olst heeft voorgedaan.