'In '40 vonden we dat we het slecht hadden, in '41 klaagden we, in '42 zuchtten we, in '43 jammerden we, in
'44 hebben we geen woorden meer over voor onze ellende'- dat schreef een uit Arnhem geƫvacueerde vrouw die in Oegstgeest onderdak had gevonden, begin december '44 in haar dagaantekeningen 1; begin december was overigens het dieptepunt van de ellende nog lang niet bereikt.