In de week van 4 tot II november '44 vergde de hongersnood de eerste twee slachtoffers in Amsterdam, beiden mannen. In de week van 29 november tot 6 december kwamen er twee bij, weer mannen, en in de , J.J.J.21ArtsenBegrafenisondernemers (Amsterdam)Bok, J.Bouwdijk Bastiaanse, J. H. N. van's-Gravenhage, Rooms-Katholiek Ziekenhuis's-Gravenhage, Ziekenhuis Westeinde's-Cravenhage, Ziekenhuis ZuidwalGülcher, J. W .HongeroedeemJongh, C. L. deMedische toestand bevolking West-Nederland (hongerwinter)RotterdamZiekenhuizenZiektenHONGERWINTERrest van december vier: twee mannen, twee vrouwen. In de periode van 30 december tot 27 januari waren er in de hoofdstad honderdvijftig slachtoffers, van 28 januari tot 24 februari vijfhonderdvier-en-dertig, van 25 februari tot 24 maart vijfhonderdvier-en-negentig, van 25 maart tot 21 april vierhonderdvier-en-tachtig, van 22 april tot 19 mei vierhonderdacht-en-zestig en nadien stierven in Amsterdam nog tweehonderdnegenen-dertig personen aan de hongerziekte. Het totaal aantal slachtoffers was er tweeduizendvierhonderdzeven-en-zeventig: achttienhonderdzes-envijftig (75 %) personen van het mannelijk, zeshonderdnegentien (25 %) van het vrouwelijk geslacht. Onder hen waren vijfhonderdzeven zuigelingen (20%) en veertienhonderdtwee-en-zestig personen (59%) die ouder waren dan vijf-en-zestig. Den Haag telde onder de sterfgevallen 56 % boven-vijf-en-zestigjarigen en 28 % in de groep van een-envijftig tot en met vijf-en-zestig jaar. Aan de hongerziekte en zijn gevolgen zijn dus vooraloudere rnannen en zuigelingen bezweken, die laatsten meestal ten gevolge van darmstoornissen.