Bedrijven of diensten die over eigen transportmiddelen of over goede relaties in het transportwezen, in het bedrijfsleven in het algemeen of op het platteland beschikten, hadden het natuurlijk gemakkelijker dan andere bij wie dat niet het geval was.' Zo haalde de Noord- en Zuidhollandse Reddingmaatschappij met de eigen reddingboten uit Friesland aardappelen, peulvruchten en tarwe ten behoeve van de bemanningen van de reddingsstations. De directie van de Stoomvaartmaatschappij 'Nederland' liet uit Gelderland een schuit met aardappelen komen ('de gewone vracht wordt betaald en die is f 2 per ton maar voor de olie, benodigd om de schuit naar Amsterdam te brengen, moet f 25000 worden neergeteld."] Het Provinciaal Electriciteitsbedrijf van Noord-Holland droeg zorg voor ca. honderd uitreikingen aan het personeel, 'sommige groot, andere klein'; het trad op, aldus het naoorlogse verslag, 'als aardappel-, groente- en fruithandelaar, als kruidenier, drogist, tabakshandelaar, slager, grutter, kaasboer, kachelleverancier' (noodkacheltjes) 'en wat niet al." Confessionele gestichten van ouden van dagen kregen menigmaal extra zendingen levensmiddelen van hun pachters of hypotheekhouders op het platteland, het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis te Amsterdam liet een aantal Volendamse botters 50 ton aardappelen uit Friesland aanvoeren. Het Gemeentelijk Gasbedrijf van Den Haag, dat een voorraad gasolie had achtergehouden, gebruikte deze voor voedseltransporten uit het oosten en noorden des lands die ten dele aan het personeel ten goede kwamen. De Nutsspaarbank te Haarlem kocht 3 ton suikerbieten en een ongespecificeerde hoeveelheid tarwe voor het personeel in waardoor dit dagelijks enkele sneden brood met suikerbietenstroop kon krijgen. De Amsterdamse scheepvaartverzekeringsfirma Langeveldt Schröder stelde in de eerste maanden van '45 aan alle personeelsleden aardappelen ter beschikking (begin januari 25 kg per gezinslid), voorts groenten, tulpenbollen en 50 kg hout voor de noodkacheltjes. De Lettergieterij Amsterdam liet groenten komen uit de kop van NoordHolland, suikerbieten uit Aalsmeer en aardappelen en andere levensmiddelen uit Groningen; als Kerstgave-I944 kregen alle ruim tweehonderdJ.Noord-Holland) Provinciaal Electriciteitsbedrijf: Zeven magere maanden. Ter herinnering aan een moeizaam doorworstelde oorlogswinterBedrijfsleven in NederlandGemeentelijke energiebedrijven (Amsterdam, Den Haag)HaarlemLangevelde Schröder (scheepvaarrverzeke- ring), voedselhulpacrieLaurens Sigarettenfabriek. Ed., voedselhulpac- tieLettergieterij Amsterdam v/h TerrerodeNoord- en Zuidhollandse Redding-maat- schappij, voedselhuipacrieNursspaarbank (Haarlem), voedselhulpacrieProvinciaal Electriciteitsbedrijf Noord-Hol- land, voedselhulpacneRoever, J. W. deStoomvaartmaatschappij 'Nederland'SuikerbietenVoedselhulpacties (in bezet gebied)HULP DOOR BEDRIJVENpersoneelsleden benevens de zestig gezinnen van gepensioneerden, wachtgelders, in Duitsland tewerkgestelden, onderduikers en weduwen wier man personeelslid was geweest, een halve mud cokes en op zijn minst (wie een gezin had, kreeg meer) 5 kg aardappelen (officieel weekrantsoen I kilo), 500 gram vlees (officieel weekrantsoen 125 gram) en voorts o.m. 250 gram tarwemeel, I25 gram boter en 500 gram vis levensmiddelen die toen op de bonnen in het geheel niet meer verkrijgbaar waren; in februari werd ruim 47000 kg levensmiddelen verdeeld waardoor de alleenstaanden en de gezinnen van personeelsleden of ex-personeelsleden van het bedrijf gemiddeld o.m. I5 kilo aardappelen ontvingen (officieel weekrantsoen I kilo) en 30 kilo suikerbieten (officieel maandrantsoen toen 4 kg) en voorts 25 kilo bloembollen en 50 kilo groenten: levensmiddelen welke men in februari via de distributie in het geheel niet kon krijgen.