In Reichenbach bevonden zich, zoals eerder bleek, reeds ca. vierhonderdvijftig Joodse mannen en vrouwen die uit Vught eerst Auschwitz waren binnengevoerd. Het (nogal primitieve) kamp waarin de vijftig vrouwen terechtkwamen, bleek tevens een opleidingskamp te zijn voor SS-Aujseherinnen. Het werd steeds voller: niet alleen de Joodse vrouwen uit Vught kwamen er in terecht maar ook Poolse en Hongaarse Jodinnen. Van het kamp uit moest in verscheidene fabrieken (die van Telefunken was er een van) hard worden gewerkt, 'we hadderi'
, aldus een van de vrouwen uit Ravensbrück, 'altijd honger, maar vergeleken bij later was 't eten niet slecht.'
I Voorzover ons bekend, is van alle in het Aussenkom manda-Reichenbach tewerkgestelde Nederlandse vrouwen aldaar in de vier-en-een-halve maand dat zij er waren, niet één overleden.'