In die tijd waren in Zwitserland naast Mayer ook anderen bezig met pogingen, groepen Joden te redden door middel van contacten in het SS-milieu. Een Comité pro Ungarn nam contact op met de in Zwitserland werkzame hoofdvertegenwoordiger van de Messerschmitt-fabrieken, Carl Trümpy, en dat contact leidde er toe dat dr. Wilhelm Harster, Befehlshaber der Sicherheitspolizei und des SD in Verona (van '40 tot '
43 BdS in bezet Nederland), naar Trümpy werd gestuurd om te weten te komen wat hij precies wenste. Trümpy zei dat hij voor de Hongaarse Joden opkwam - Harster antwoordde dat er meer Joden uit Bergen-Belsen zouden worden vrijgelaten als er ook meer geld op tafel kwam.