Voorshands geschiedde niet méér dan dat de discussie in de ContactCommissie werd voortgezet. Daar zei Meijer op de r j de oktober dat de linkersectie 'twee gedelegeerden uit haar midden als minimum-eis'
stelde. Die eis werd door Drees, Bruins Slot en Neher afgewezen en nadat dezen het er opnieuwover eens waren geworden dat de delegatie zou bestaan uit telkens één vertegenwoordiger van de drie secties, van het Vaderlands Comité en van het Delta-Centrum, zei Meijer dat de linkersectie ten teken van protest geen vertegenwoordiger zou kiezen, maar er, 'om het zenden ener deputatie niet onmogelijk te maken'
, accoord mee ging indien de overige leden van de Contact-Commissie de vertegenwoordiger van de linkersectie zouden aanwijzen. Drees en Neher wezen toen Meijer aan - een aanwijzing waaraan Bruins Slot geen enkele medewerking wilde verlenen; deze zei trouwens opnieuw, 'dat het zenden ener deputatie geheel achterwege diende te blijven."