In februari en maart had het de Geallieerden grote moeite gekost om de Rijn te naderen en ook de uitbreiding van het eerste bruggehoofd dat de Amerikanen op de oostelijke oever konden vestigen (bij Remagen), vergde veel inspanning. Verder noordelijk (zie kaart XIII op pag. r röo) kwamen het Britse Tweede en het Amerikaanse Negende Leger op 23 en 24 maart met aanzienlijk minder moeite over de Rijn - nadien trok het Britse Tweede Leger, met het Canadese Eerste op de linkerflank, noord-, het Amerikaanse Negende Leger oostwaarts. Deelnemen aan de omsingeling van het Ruhrgebied werd door Eisenhower als de eerste taak van het Negende Leger gezien - hij ontnam het in een nieuw directief aan Montgomery en plaatste het per r april weer onder Bradley met de instructie erbij dat het, als het Ruhrgebied was veroverd, oostwaarts moest oprukken in de richting van Saksen (niet noordoostwaarts, d.w.z. niet in de richting van Berlijn). Montgomery protesteerde, niet voor het eerst, tegen een besluit van de Geallieerde opperbevelhebber. Eisenhower erkende in zijn antwoordtelegram (30 maart) dat hij Berlijn in zijn jongste directief in het geheel niet had genoemd. 'Sa far as I am concerned', seinde hij, 'that place has become nothing but a geographical location; I have never been interested in those. My purpose is to destroy the enemy forces and his pOLvers to resist. ' 1 In januari was het Oppersilezische industriegebied door het Rode Leger veroverd - nu moest, meende Eisenhower, het nog belangrijker Ruhrgebied worden uitgeschakeld. Er werd een ring om gelegd door twee Amerikaanse legers: het Negende en het Eerste. Daarmee was
Terwijl de Heeresgruppe B met delen van de Erste Fallschirm-Armee door de Amerikanen werd uitgeschakeld, rukte het Amerikaanse Derde Leger, de Harz passerend, naar Maagdenburg op (hier stond het op I I april aan de Elbe) alsmede dwars door Hessen naar Thüringen en maakte het Engelse Tweede Leger, op de linkerflank gesteund door het Canadese Eerste, snelle voortgang in de richting van Bremen en Hamburg. Slechts plaatselijk, en dan vooral daar waar kanalen of rivieren moesten worden overschreden, bood de Wehrmacht nog tegenstand - overal waar zich die tegenstand manifesteerde, werden de toestellen van de Second Tactical Air Force te hulp geroepen of kregen de Amerikaanse en Engelse zware bommenwerpers opdracht om van Engeland uit steden die aan de Geallieerde legers de weg versperden, te teisteren - ruim drie weken lang werd nog in april het strategisch luchtoffensief voortgezet; bij gebrek aan geschikte doelen werd het op 25 april beëindigd verklaard. Het oprukken van de Engelsen en Canadezen was toen overigens nog in volle gang en werd belangrijk vergemakkelijkt door het feit dat, gelijk in hoofdstuk 14 vermeld, begin april bij Wesel al een eerste spoorbrug over de Rijn was geslagen.
Zo ook verder zuidelijk. Op 9 maart was Bradley's i zth. Army Group bij Remagen over de Rijn gekomen - ruim twee weken later, 26 maart, overschreed de Amerikaanse 6th Army Group, gecommandeerd door Lieutenant General Jacob L. Devers, de Rijn bij Worms, vijf dagen later eveneens bij Speyer. Met grote snelheid drongen vervolgens de Ameri
kanen (en de Fransen van het tot de 6th Army Group behorende Eerste Franse Leger) in Zuid-Duitsland door. Hier en in midden-Duitsland rukten zij veel sneller op dan door de bevoorradingsafdeling van Shaef was voorzien. Twee factoren bewerkstelligden dat hierdoor geen moeilijkheden ontstonden: de eerste was dat voorraden ter grootte van ca.ton (vooral benzine en dieselolie) door de lucht werden aangevoerd, de tweede dat de Wehrmacht-eenheden die in midden- en Zuid
De verliezen die de Geallieerden bij hun laatste offensief in Duitsland leden, waren gering. Eén dag was er bijvoorbeeld, 23 april, waarop het Amerikaanse Derde Leger dat toen al diep in Saksen stond, niet meer dan drie gesneuvelden, zeven-en-dertig gewonden en vijf vermisten te vermelden kreeg - het had daarentegen op die ene dag bijna negenduizend Duitse militairen krijgsgevangen gemaakt. Cijfers als deze onderstreepten dat de Wehrmacht, voorzover zij de Geallieerden tegenover zich had, haar strijdlust kwijt was (hoe Stalin dat interpreteerde, zullen wij later in dit hoofdstuk uiteenzetten): elke Duitse militair vertrouwde dat hij, als hij zich overgaf, behoorlijk zou worden behandeld - hij had er geen angst voor, krijgsgevangene te worden.
Die angst leefde in hoge mate bij de Duitse militairen die Russen tegenover zich hadden - de meesten hunner namen aan (terecht, zoals later bleek) dat zij, zo hun leven in eerste instantie al werd gespaard, grote kans liepen om ergens in de Sowjet-Unie te gronde te gaan' Trouwens, ook de Duitse burgerij maakte onderscheid tussen Geallieerden en Russen; veel Duitsers waren, nemen wij aan, verontwaardigd wegens de mate waarin de Geallieerde zware bommenwerpers tot diep in april stad na stad in puin gooiden, maar er was weinig angst voor wat Amerikanen en Engelsen de gemiddelde Duitse burger zouden aandoen. Van de Russen verwachtte men daarentegen een voortzetting van wat in de gebieden ten oosten van de ader en de Neisse was geschied: moordpartijen, plunderingen en verkrachtingen op een enorme schaal." Het was
Het Rode Leger had zich ten doel gesteld, zowel Wenen als Berlijn te veroveren. Het werd in beide richtingen (Wenen moest van Hongarije uit worden benaderd en voor een groot offensief naar Berlijn diende de Oder op tal van punten overschreden te worden) een moeizame strijd.
Begin maart had Hitler nog de kracht om in het westen van Hongarije een sterke tegenaanval in te zetten. Wat na het Ardennen-offensief van het Zesde SS-Panzer-Ieger restte, was in de loop van februari naar de Hongaarse laagvlakte overgebracht - Duitse tanks doorbraken er begin maart de Russische linies en wisten Boedapest tot op vrij geringe afstand te naderen alvorens te worden teruggedreven. Op 4 april was heel Hongarije in Russische handen, enkele dagen later bereikte de Russische voorhoede Wenen. Er was daar nog een week van harde strijd nodig voordat de Russen op de r j de in de gehele stad heer en meester waren.
Drie dagen later, 16 april, zette het Rode Leger kort voor de ochtendschemering zijn offensief in ter verovering van Berlijn. Twee-en-een-half miljoen militairen, meer dan 40 000 stukken geschut en zware mortieren, meer dan 6 000 tanks en bijna 8 000 vliegtuigen werden in de strijd geworpen - de Duitsers konden daar slechts één miljoen militairen tegenover stellen en ook hun zware wapens (nauwkeurige cijfers ontbreken) waren veel geringer in aantal dan die van de Russen. Zij hadden evenwel langs de Oder en de Neisse (zie kaart XIII op pag. II69) stellingen aangelegd en ook verder achterwaarts linies gebouwd, waarbij vooral van grote hoeveelheden landmijnen gebruik was gemaakt. De Russen pasten hun gebruikelijke tactiek toe: van achter de Oder en de Neisse en vanuit de bruggehoofden die zij in januari-februari al op de westelijke oever van de Oder hadden veroverd (bruggehoofden waarin zij zich in maart slechts met moeite hadden kunnen handhaven), zetten zij formidabele kanonnades in die grote bressen sloegen in de Duitse stellingen - door die bressen rukten hun tanks voorwaarts, gevolgd door infanterie en artillerie. Het offensief werd bevoorraad via vijf-en-twintig
Het kwam op de röde april en volgende dagen tot hevige gevechten waarin niet alleen de Duitsers maar ook de Russen zware verliezen leden. Tegen de Russische overmacht konden de Duitsers het evenwel niet lang volhouden. De Heeresgruppe Weichsel (Hitler had Himmler, die hij als zijn trouwste volgeling zag, tot opperbevelhebber daarvan benoemd), werd uiteengeslagen. Na negen dagen strijd, op 25 april, stonden de eerste Russen bij Torgau op de oostelijke oever van de Elbe waarvan de westelijke door de Amerikanen was bezet - Duitsland was hiermee in tweeën gesplitst.
Inmiddels was de strijd om Berlijn al ontbrand. De eerste Russische granaten troffen de Duitse hoofdstad op z r april. Op diezelfde dag vielen er alle electrische centrales en gasfabrieken uit - de industrie kwam volledig stil te liggen. Er bevonden zich in Berlijn evenwel ca. driehonderdduizend Duitse militairen die voorshands voldoende wapens en munitie hadden, aan de rand van de stad en verder stadinwaarts waren versperringen aangelegd, de Russen konden met hun tanks moeilijk in de straten opereren en hun infanterie bleek niet veel ervaring te hebben in het type gevechten dat in hardnekkig verdedigde stadswijken nodig was. Bij de omsingeling van Berlijn die op de z yste werd voltooid, had het Rode Leger al ernstige verliezen geleden - niet minder bloedig waren de gevechten die in de zwaar versterkte stad zelf werden gevoerd. Pas na vijf dagen was het grootste deel van Berlijn in Russische handen - op de zçste begon de strijd in het centrum waar Hitler, die bepaald in Berlijn had willen blijven, zich in de schuilkelders van zijn pompeuze Reichs kanzlei had teruggetrokken.
Hij zat er als een rat in de val.
Vijf-en-een-half jaar eerder, in september' 39, had hij met zijn aanval op Polen (logische eonsequentie van het aggressieve beleid dat hij had gevoerd sinds hij in januari '33 Reichskanzler was geworden) Duitsland in de Tweede Wereldoorlog doen belanden. In '40 en '4I had hij gemeend dat de spectaculaire successen van de Blitzkrieg Duitsland een machtspositie hadden gegeven, sterker dan het ooit in zijn geschiedenis had gehad: zijn droom van een onaantastbaar 'Germaans'
Reich waarin alle Joden en Zigeuners uitgeroeid zouden zijn en de Slavische volkeren tot permanente dienstbaarheid veroordeeld, leek werkelijkheid te worden. Toen evenwel het verzet van het Rode Leger niet gebroken bleek te zijn en een bondgenootschap tot stand was gekomen tussen de SowjetUnie enerzijds en anderzijds Engeland, dat hem in '40
Enkele dagen later, op de z Sste (de gevechten in Berlijn naderden het centrum), vernam Hitler uit de Geallieerde berichtgeving dat Himmler (op diens beleid dat van veel belang is geweest voor het lot van de gevangenen in de concentratiekarnpen, komen wij nog terug) zich in een mededeling aan Eisenhower bereid had verklaard, heel Duitsland aan de Geallieerden over te geven. Ook Himmler werd uit al zijn functies ontheven en Hitler gaf Doenitz bevel, de voormalige Reichsfûhrer-SS te arresteren.
Nieuwe jobstijdingen volgden.
Onder Field Marshal Alexander waren de Geallieerde legers, geholpen door acties van Italiaanse partisanen en door grote opstanden in de Noorditaliaanse steden, diep in de Povlakte doorgedrongen - als uitvloeisel van besprekingen die in maart in Zwitserland hadden plaatsge
Op de zoste april (de dag waarop de Russen in het centrum van Berlijn doordrongen) nam Hitler zijn laatste politieke besluiten: hij dicteerde een persoonlijk en een politiek testament (in dat tweede stuk verweet hij het Duitse volk, hem in onvoldoende mate te hebben gevolgd, en wekte hij het op, de strijd voort te zetten tegen het Jodendom dat hij nog steeds als de bron van alle kwaad op aarde beschouwde); voorts benoemde hij Doenitz tot zijn opvolger als Reichspräsident, Goebbels tot zijn opvolger als Reichskanzler; ook benoemde hij een aantal nieuwe ministers, onder wie Seyss-Inquart die als opvolger van von Ribbentrop Reichsaussenmi nister werd (en daarmee een lang gekoesterde droom in vervulling zag gaan); tenslotte trad hij in het huwelijk met Eva Braun die vele jaren lang zijn vriendin was geweest, en gaf hij opdracht, zijn lijk en het hare te verbranden als zij zelfmoord hadden gepleegd.
Tot die zelfmoord kwam het op de joste.
Daags daarna, I mei, werd een Russische eis tot onvoorwaardelijke overgave afgeslagen door de twee hoogste paladijnen van de Nazipartij die in Hitlers onmiddellijke nabijheid waren gebleven: Goebbels en Bormann. Goebbels pleegde daarna zelfmoord met zijn gehele gezin, Bormann vond naar alle waarschijnlijkheid de dood toen hij uit het centrum van Berlijn trachtte te ontkomen. Op 2 mei evenwel deed de Befehlshaber des Verteidigungsbereichs Berlin, General der Artillerie H. Weidling, de Russen weten dat hij bereid was, zich met al zijn troepen onvoorwaardelijk over te geven - 's middags om drie uur werd het '
staakt het vuren' gelast. Niet alle Duitse troepen volgden onmiddellijk dat bevel op, maar toen's avonds het duister vielover de op talloze plaatsen brandende stad, was de strijd ten einde en was heel Berlijn in Russische handen.
Het formele einde van het Derde Rijk liet toen nog enkele dagen op zich wachten: op 2 mei capituleerde in Zuidoost-Duitsland de geïsoleerde Heeresgruppe Südwest, op vrijdag 4 mei nam Held Marshal Montgomery in zijn hoofdkwartier op de Lüneburger heide de capitulatie van alle
Op deze algemene capitulatie volgde op 8 mei de capitulatie van de resten van de twee Duitse legers die in Koerland afgesneden zaten, en op 9 mei die van de Duitse troepen bij Dantzig en van het Duitse garnizoen in Praag dat toen vier dagen lang gevochten had met opstandelingen. Een enigszins belangrijk uitstel kwam er slechts elders. in Tsjechoslowakije alsmede in delen van Oostenrijk en van Kroatië, waar de bevelhebbers van de hopeloos geïsoleerde Heeresgruppen Mitte en Süd, resp. Generalfeldmarschall F. Schörner en Generaloberst L. Rendulic, zich op het standpunt hadden gesteld dat zij slechts bereid waren zich aan de Amerikanen over te geven, niet aan de Russen. Eisenhower ging daar niet op in - hier werd het 19 mei voordat de Russen het laatste, in de gegeven omstandigheden zwakke verzet van de troepen van Schörner en Rendulic (bij elkaar meer dan een miljoen militairen) hadden gebroken.
Bij al die capitulaties was het beleid van Doenitz er op gericht geweest, tijd te winnen teneinde zoveel mogelijk Duitse troepen in de gelegenheid te stellen zich van de Russen los te maken en Geallieerd gebied te bereiken. Stalin meende dat de Geallieerden aan dat beleid onvoldoende weerstand hadden geboden - dit was slechts een van de vormen waarin de politieke tegenstellingen welke op de Conferentie van Jalta zo duidelijk aan de dag waren getreden, opnieuw naar voren kwamen in de weken waarin het Derde Rijk ineenstortte. Wij komen op die tegenstellingen aan het slot van dit hoofdstuk terug.