Imamoera kwam terug. Hij vroeg welk antwoord de gouverneurgeneraal hem nu gaf. Van Starkenborgh herhaalde dat hij niet bevoegd was een algemene overgave aan te bieden, overgave van de troepen bij Bandoeng was wèl mogelijk. Opnieuw zette hij de staatsrechtelijke positie uiteen waarin hij en de aanwezige generaals zich bevonden. Dat begon Imamoera te vervelen. De Japanner (hij had bewondering voor van Starkenborghs 'vasthoudendheid) zei dat hij niet langer wenste te praten met diplomaten en juristen en zich liever rechtstreeks met militairen verstond - wat hadden zij te zeggen? 'Het staat mij voor'
, aldus van Starkenborgh in zijn verslag, 'dat ik generaal ter Poorten iets heb toegevoegd in de zin van nu maar definitief ja of neen te zeggen'
- hij twijfelde er niet aan dat het 'ja'
zou worden.