'dat mijn kritiek op de heer ter Poorten niet dit besluit gold; dat ik begreep dat daarvoor goede gronden aanwezig waren en dat, ofschoon ik zelf tot het einde van mijn onderhoud met generaal Imamoera geweigerd had aan zijn eis te voldoen, ik mij bewust was dat de mogelijkheid van bespreking vrijwel was
Australiƫ
Bandoeng
Idenburg, P. J. A.
Jonkman, J. A.
Kiveron, J. M.
Poorten, H. ter
Staveren. J. J. A. van
uitgeput en ik vermoedelijk tot hetzelfde besluit zou zijn gekomen als de heer ter Poorten, indien de onderhandelingen met mij waren voortgezet en ik de hoogste autoriteit was geweest. Ik legde ook uit dat de gedachtenwisseling met het opperbevel enige onzekerheid, dus een mate van bewegingsvrijheid, had gelaten.