Het is niet onze taak om hier een beeld te geven van de grote ontdekkingsreizen en het aandeel van de Nederlanders daarin. Wij willen volstaan met op te merken dat de Portugezen die, na om Afrika heengezeild te zijn, in het begin van de zestiende eeuw punten op de kust van Voor-Indië en de havenstad Malakka op het gelijknamige schiereiland veroverden, en de Nederlanders die een eeuw later de Oost-Indische Compagnie oprichtten, niet anders deden dan aanknopen bij de grote handelsbewegingen die in en bij Zuid-Azië al eeuwen bestonden. Op handelsgebied was het die Portugezen en Nederlanders in de eerste plaats te doen om specerijen. Aanvankelijk kochten de Portugezen ze op Malakka in - zij gingen naar de Molukken zeilen toen hun bleek dat de specerijen daar, in de productiegebieden, veel goedkoper waren. Pogingen van de Portugezen om het katholicisme ingang te doen vinden bij de bevolking der Molukken hadden hier en daar succes maar velen lieten er zich, op het voorbeeld van hun vorsten, juist voor de Islam winnen. Ook op Java legden de Portugezen verbindingen - daar evenwel niet in de havensteden in het noorden die geheel voor de Islam waren gewonnen, maar op de oosthoek van het eiland die Hindoeïstisch was gebleven. Een belangrijk succes bij de verkondiging van hun geloof behaalden in dit deel van de wereld alleen de Spanjaarden, nl. op de Philippijnen die
Hindoeïsme
Islam (in Nederlands-Indië)
Malakka (schiereiland, stad)
Molukken
Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC)
Voor-Indië
III. De Oost-Indische Compagnie I