Inderdaad, het gouvernement greep in: het begon in 1904 met de organisatie van een Volkskredietwezen en een Gouvernementspandhuisdienst, beide wijdvertakt (wij zullen er nog cijfers over verstrekken wanneer wij een overzicht geven van de taken die het gouvernement ten
AdatBevolkingsgroepen (Ned.-Indië)Chinezen (in Nederlands-Indië)Creurzberg, P.Dessa-hoofdenVolkskredietbankenDE KOLONIALE SAMENLEVINGbate van de inheemsen ter hand heeft genomen) - twee diensten die het grote voordeel boden dat de inheemsen die er geld leenden, weliswaar een vrij hoge rente moesten betalen, meestal meer dan 10 % 's jaars, maar in elk geval niet de veel hogere die bedongen werd bij de door de iriheernsen zelf, .hier en daar ook wel door het Binnenlands Bestuur, georganiseerde kredietinstellingen (de dessa-banken' en dessa-pandhui zen)", laat staan de exorbitante rente die door de particuliere geldschieters werd gevraagd. Verdwenen die laatsten? Geenszins. Volkskredietwezen en Couvernementspandhuisdienst hielden zich aan strikte regels: geleende gelden moesten op tijd worden terugbetaald. Daarbij werd wel soepelheid betracht maar ze was minder groot dan die der Chinese en andere geldschieters bij wie het niet op de aflossing van de hoofdsom aankwam maar op de regelmatige betaling van steeds hogere renten. Zo bleef, ondanks dat de woeker ook door wettelijke maatregelen werd verboden, een niet onaanzienlijk deel van de bevolking van Java permanent bij Chinezen in de schuld staan. Een nauwkeurig overzicht toonde in '39 aan dat in een willekeurig regentschap van Oost-Java (het is het enige waarvan ons de gegevens bekend zijn) een-derde van de landbouwers al hun land en nog e~ns twee-vijfde een deel van hun land hadden verpacht, bijna allen aan Chinezen; die Chinezen hadden gemiddeld een maandelijkse rente van 20 % kunnen bedingen.