Hoe was dat gebrek aan ondernemingszin te verklaren? Was het een zaak van volksaard? Hing het samen met feodale levenspatronen die het de brede massa der 'horigen'
al in de Hindoese rijken hadden ingescherpt dat elke poging om de gevestigde verhoudingen te doorbreken, gedoemd was te mislukken? Was die passiviteit nog aangewakkerd zowel door de komst en aanwezigheid van vreemde overheersers als door de omstan
Bevolkingsgroepen (Ned.-Indië)
Chinezen (in Nederlands-Indië)
Indische Nederlanders (Indo-Europeanen)
Inheernsen
Inkomens (Ned.-Indië), van Europeanen. In- dische Nederlanders, Vreemde Oosterlin- gen
Makassar
Minangkabauers
Soenda
in hun relatie met de brede massa hadden versterkt en bovendien de Chinese handelaren een functie in de samenleving hadden toegekend waaruit voor hen tal van voordelen waren voortgevloeid? Het is moeilijk, vragen als deze met duidelijkheid te beantwoorden, moeilijker nog om, als al die antwoorden positief zouden zijn, het onderling gewicht van de dan aangegeven factoren te bepalen. Hoe dat alles zij, al in de negentiende eeuw stond vast (toen vooral voor de Indo-Europeanen) dat wie in de koloniale samenleving vooruit wilde komen, zich de scholing van de bovenlaag eigen moest maken; dat men door die scholing hogerop zou kunnen komen, was onzeker - zeker was, dat als zij bleef ontbreken, van dat opklimmen geen sprake zou zijn.