Meer traditionele Islamieten, vooral dorps-wetsgeleerden uit OostJava, richtten in '26 een contra-organisatie op: de Nahdat'al Oelama ('Opgang der Godgeleerden'
), die minder breed was in haar activiteit, maar met dat al in de dorpen (de Mohammadijah was meer een stadsbeweging) zowel op Java als elders een aanzienlijke aanhang kreeg; zij telde in '39 ca. honderdduizend leden en was toen, behalve in de dorpen van Java, sterk vertegenwoordigd in de streek van Palembang op Sumatra en op Zuidoost-Borneo.