roeping') tot groter zelfbewustzijn op te tillen. Die visie leefde niet bij het ambtenarenkorps als geheel. Dat verbaasde Idenburg niet: 'Wat de ambtenaren hier ontbreekt'
, schreef hij later in het jaar aan zijn voorganger van Heutsz, 'is alle staatsmangevoel en -besef. Het zijn voor het merendeel administratieve machines, die vrij nauwkeurig lopen, maar een geest die boven de gewoonte uitgaat, vindt men bij zéér weinigen."
Tot die weinigen rekende Idenburg zijn twee adviseurs voor inlandse zaken, Hazeu en Rinkes, beiden overtuigd voorstander van Snouck Hurgronje's associatie-politiek.'
Rinkes was het die het Centraal Comité van de Sarekat Islam hielp bij het formuleren van voor het gouvernement aanvaardbare statuten van de regionale organisaties en die in de herfst van '13 met Tjokro op Java en Madoera ging rondreizen teneinde te bevorderen dat weerstrevende BB-ambtenaren de erkenning van die regionale organisaties niet zouden saboteren. Helemaal gerust op de ontwikkeling was Rinkes overigens niet; hij had gehoord, schreefhij aan Tjokro, dat er door het Centraal Comité aangestelde, officiële propagandisten van de Sarekat Islam waren die zeiden, 'dat men over twee jaren