'de voornaamste argumenten die in de Volksraad telkens van regeringszijde werden gesteld. Ik wil Wel zeggen, om volledig te zijn, dat bij mij innerlijk nog andere argumenten golden Ik heb mijzelf altijd afgevraagd: waar zou de veiligheid van het gezag zijn, wanneer men een groot militieleger had, waarin dooreen alle elementen van de maatschappij zouden worden opgenomen en allerlei propaganda mogelijk zou zijn? Zou zo 'n leger de steunpilaar van het gezag hebben kunnen zijn? Dit zou, als het was uitgesproken, in Indië geen prettige indruk maken. Aangezien het niet nodig was in die zin te spreken, is het niet zo gezegd."AmbonArabierenChinezen (in Nederlands-Indië)Enquêtecommissie 'Regeringsbeleid 1940- 1945'Inheemse militieKoninklijk Nederlands-Indisch Leger (Knil)Kwantes, R. C.MadoeraMinahassaPartai Indonesia Raya (Parindra)Raad van Nederlands-IndiëSneevlier. H. J. F. M.Tjarda van Srarkenborgh Srachouwer, A. W. L.WeerbaarheidscommissieWelter, Ch. J. I. M.DE IN:H,EEMSE MILITIE