Zo was in eigen land de materiële basis van de Indische defensie maar
Australië
Koninklijke Marine (m.b.t. Ned.-Indië)
Marine-etablissement (Soerabaja)
smal. De militaire autoriteiten die voor de bewapening en de bevoorrading moesten zorgen, werden haast dagelijks voor problemen geplaatst die nauwelijks oplosbaar leken. De vliegtuigen van de Marineluchtvaartdienst en die van het wapen der Militaire Luchtvaart van het Knil konden bijvoorbeeld slechts in de lucht blijven als zij niet alleen over voldoende hoogwaardige benzine beschikten (die werd door een van de twee raffinaderijen te Palembang geleverd) maar ook over voldoende speciaLe smeerolie. Noch Palembang, noch Tarakan en Balikpapan konden die olie leveren 1 de marine en het Knil plachten ze te betrekken van een raffinaderij in Hamburg. Uiteraard werd na de Meidagen van '40 niets meer geleverd en men had alle vliegtuigen buiten gebruik moeten stellen als niet een staflid van de Amerikaanse Standard Oil, concurrent van de BPM, snel naar de Verenigde Staten was gereisd teneinde er zorg voor te dragen dat een tanker met een paar duizend ton speciale smeerolie onmiddellijk naar Indië onderweg ging.