Eind juni stelde de Japanse regering aan de gouverneur-generaal
Anri-Korninrernpaco-verdrag
China
Denemarken
Hainan
Luxemburg
Nanjo
Sowjet-Unie
Spionage, Japanse, in Indië
Spratly-eilanden
JAPAN IN FRANS-INDO-CHINA JAPAN WAAGT qJl.--S-PRONG HET DRIEMOGENDHEDENVERDRAGdat gebied de eis dat hij geen oorlogsmateriaal meer zou doorlaten dat bestemd was voor de Chinese Nationalisten die in Tsjoengking een nieuwe regeringszetel hadden, en terzelfdertijd eiste zij van Engeland dat het de toevoer naar Tsjoengking via de z.g. Birmaweg, een verbinding van Rangoon uit (zie opnieuw kaart X), zou staken. Churchills War Cabinet, dat op dat moment ernstige verwikkelingen met japan uit de weg wilde gaan, besloot de Birmaweg drie maanden te sluiten (een periode waarin hij wegens de zware moesson-regens toch nauwelijks gebruikt kon worden) en ook het Franse bewind in Indo-China aanvaardde de japanse eis. Er arriveerde onmiddellijk een japanse controlemissie. Twee maanden later, eind augustus, ging-japari een stap verder: zijn minister van buitenlandse zaken, josoeka Matsoeoka, vergde van het bewind van maarschalk Pétain dat japan in het noorden van Indo-China militaire faciliteiten zou krijgen. In beginsel werd die eis door Pétain aanvaard maar er was terzake nog geen detailregeling getroffen, toen de staf van het japanse Zuid-China-leger besloot, op eigen verantwoordelijkheid door te zetten. Twee japanse divisies werden naar Haiphong verscheept en toen hun voorhoede op 26 september '40 op de rede in de landingsboten klom, verborgen de commandant van het landingscorps en zijn chef-staf zich in het ruim van het schip waarop zij zich bevonden, teneinde te voorkomen dat hun een eventueel uit Tokio komend bevel om de landing niet te laten doorgaan, kon worden overhandigd. Het japanse legerhoofdkwartier keurde achteraf de landing goed, het marinehoofdkwartier was woedend dat het niet in de operatie was gekend. Op 27 september, één dag na die landing, werd bekendgemaakt dat japan, Duitsland en Italië nauwer met elkaar zouden gaan samenwerken in het kader van het z.g. Driemogendhedenverdrag. In hog-e japanse 'kringen waren, zoals al vermeld, velen uitermate verbolgen geweest over het op 22 augustus '39 tot stand gekomen Duits-Russisch bondgenootschap en japan had nadien enkele kabinetten gekend die een samengaan met Duitsland afwezen, maar het tij was als gevolg van Duitslands overwinningen gekeerd - Matsoeoka en vele anderen waren er van overtuigd geraakt dat Engeland het niet lang zou kunnen bolwerken. Het Driemogendhedenverdrag bepaalde in geheime artikelen dat japan en Duitsland elkaar zouden helpen, wanneer een van beide in oorlog zou geraken met de Sowjet-Unie of met de Verenigde Staten, en dat Duitsland en Italië een grote uitbreiding van japans macht in Azië aanvaardden. Keizer Hirohito, zeer beducht voor een botsing met de Verenigde Staten en het Britse Rijk, was er geen voorstander van dat de japanse regering
Birma-weg
China
Driemogendhedenverdrag
Haiphong
Indo-China, Frans
Italië
Matsoeoka, Yosoeka, s
Nanjo
Tsjoengking
x. japans opmars naai de 'Nanjo',
China
Nanjo
het Driemogendhedenverdrag zou sluiten, maar de fanatici van het legerhoofdkwartier wisten aan de aarzelaars in het kabinet hun wil op te leggen en de keizer gaf zijn verzet toen op. Het Amerikaanse antwoord bleef niet uit: nadat president Roosevelt begin juli '40 al de uitvoer van vliegtuigmotoren en onderdelen daarvan en eind juli die van vliegtuigbenzine en -olie naar Japan van speciale vergunningen afhankelijk had gesteld, deed hij op 30 september weten dat voortaan ook voor de export van 'gewone'
aardolie en van schroot vergunningen nodig zouden zijn. Het was een nieuwe duidelijke waarschuwing: men mocht uit die eerste Amerikaanse embargomaatregelen afleiden dat er méér zouden volgen, als Japan zijn expansiepolitiek voortzette.