Naast die Duitse poging om Brits-Indiërs in een militaire formatie bijeen te brengen welke tegen Groot-Brittannië te velde zou trekken, kwam het tot een Japanse. Wij schreven daar alover in ons vorige deel toen wij vermeldden dat eind '41 de Japanse majoor Iwaitsji Foedjiwara naar Thailand werd gezonden met de opdracht om zich te zijner tijd bij de Japanse troepen op Malakka te voegen teneinde contact op te nemen met de Brits-Indische minderheid die er zich gevestigd had en speciaal ook met de Brits-Indiërs onder de militairen die Malakka en Singaporetot september '43 zijn twee Brits-Indische bataljons in West-Nederland gelegerd geweest, het ene in Zandvoort, het andereBose, Subhas ChandreBrits-IndiëCalcuttaDuitslandGandhi, M. K.'Indian Legion'Indian National CongressMalakka/SingaporeSUBHAS CHANDRA BOSEzouden verdedigen. Foedjiwara (die, zoals eveneens in ons vorige deel vermeld, in Atjeh en elders op Sumatra de geheime F-organisatie liet oprichten) slaagde er in, op Malakka uit de door de Japanners gevangengenomen Brits-Indische militairen' een formatie bijeen te brengen, het Indian National Army, die verscheidene duizenden leden ging tellen." Foedjiwara's belangrijkste helper was daarbij een neef van een van de Brits-Indische vorsten, Captain Mohan Singh. Deze, die als commandant van het Indian National Army optrad, kon op Malakka waarnemen hoe onbarmhartig de exploitatie-politiek der Japanners was, ging hen in toenemende mate wantrouwen en deed hun eind '42 weten dat hij slechts bereid was zijn arbeid voort te zetten, indien Japan verklaarde dat het steun wilde verlenen aan het totstandkomen van een geheel onafhankelijk India. Niet alleen voelden de Japanners daar niets voor maar het afleggen van zulk een verklaring was voor hen ook bezwaarlijk doordat zij, zoals in het vorige hoofdstuk vermeld, begin '42 voor hun operatiesfeer en de Duitse een grens hadden afgesproken, de 70ste lengtegraad, die dwars door Brits-Indië liep. Captain Singh werd gearresteerd en naar Sumatra overgebracht waar hi] Fort de Koek" in de Padangse Bovenlanden als gedwongen verblijfplaats kreeg" - het Indian National Army was zijn commandant kwijt,