In ons vorige hoofdstuk vermeldden wij reeds dat de japanners, toen zij begin '42 Birma binnenvielen, de steun hadden van een uit Birmanen bestaande militaire formatie, het Birmaans Onafhankelijkheidsleger, dat samen met hen optrok, en dat dat leger onder bevel stond van Aung San die zich, na in Birma een nationalistisch-revolutionaire groep, de Thakin ('Meester'
)-groep, geleid te hebben, in de loop van '41 naar Hainan had begeven waar hij door de japanners met open armen was ontvangen. Andere leiders van de Thakin-groep wier sympathie eerder naar de Sowjet-Unie uitging, waren in Birma gebleven; zij ageerden in de periode van de Duits-Russische samenwerking (augustus '39-juni '
41) tegen de Britse oorlogsinspanning, waarna, toen de Britse Covernor. Sir Reginald Dorman-Smith, ingreep, enkelen hunner onderdoken en anderen geïnterneerd werden. Die geïnterneerden maakten, toen de Duitsers de Sowjet-Unie aanvielen, duidelijk dat zij bereid waren met de Britten samen te werken, maar Dorman-Smith reageerde daar traag op en zij zaten nog gevangen toen het japanse Vijftiende Leger Birma bezette. De Britse Covernor verliet Rangoon en een nieuwe Birmaanse regering, geleid door een oud-premier, de jurist Ba Maw (hij was door de Britten gevangen gezet), verklaarde zich bereid, volgens japanse aanwijzingen en onder japans toezicht het land verder te besturen.