In beide gebieden was van januari tot midden maart '42 door Indonesiërs veel gesproken over de door de japanners geïnspireerde uitzendingen van Radio Penang (Malakka), waarin aan de Indonesiërs beloofd was dat zij, zodra de japanners arriveerden, baas in eigen huis zouden worden. Toen de japanse troepen op 13 maart Medan naderden, vormde zich ter plaatse dan ook een optocht van inheemsen om hen te velwelkomen. Die optocht werd door de japanners met geweervuur uiteengedreven en toen de inheemse nationalist die hem had georganiseerd, de volgende dag in een te Medan belegde bijeenkomst een lange toespraak wilde houden teneinde de japanner Sahei Masoeboetsji (aan wie majoor Foedjiwara de vorming van de F-organisatie had overgedragen en die met de japanse troepen bij Medan was geland) te bedanken voor de bevrijding van Indonesië, werd hij, aldus de Britse historicus Anthony Reid", door Masoeboetsji onderbroken die hem zei dat alle aanwezigen geen andere taak hadden dan een armband met een F om te doen en aan het werk te gaan om arrestaties te verrichten, auto's in beslag te nemen en sympathie voor de japanners op te wekken. De aanwezigen sloegen aan de slag, maar toen Masoeboetsji daags daarna naar Atjeh vertrokken was, maakte de Kenpeitai spoedig een einde aan het optreden van de leden der F-organisatie; enkele leden die zich aan plunderingen te buiten waren gegaan, werden publiekelijk onthoofd en toen de F-organisatie op heel Sumatra op zo-april door de japanners ontbonden werd, hadden dezen in Medan voor hun bestuur niet enig nationalistisch comité ingeschakeld maar de sultan van Deli die met zijn fabuleuze rijkdom en door de steun die hij steeds aan het Nederlands gezag en het Nederlandse bedrijfsleven had gegeven, steen des aanstoots was geworden voor de nationalisten, wier Komitee Indonesia vergeefs op zijn afzetting had aangedrongen.