De Amerikaanse landing op Guadalcanal en enkele andere eilanden in de Salomonsgroep noopte de Japanners van begin augustus '42 af sterke landstrijdkrachten naar dat deel van de Pacific over te brengen. Er werd een nieuwe legergroep gevormd die uit het Zeventiende en het Achttiende Japanse Leger bestond en van die legergroep werd Imamoera tot opperbevelhebber benoemd met Rabaul als standplaats. Het was een promotie. Hij kreeg er bericht van op 9 november en verliet Java enkele dagen later voor overleg in Tokio. Naar de Japanse hoofdstad onderweg deed hij Singapore aan waar hij op Teraoetsji een beroep deed er zorg voor te dragen dat hij op Java zou worden opgevolgd door iemand die in zijn geest zou voortwerken. Teraoetsji zegde hem dat toe, maar die toezegging had onvoldoende effect. Wat zich ten aanzien van Imamoera's vervanging in Tokio heeft afgespeeld, weten wij niet - vaststaat dat hij opgevolgd werd door een generaal die bekend stond als aanhanger van 'de harde lijn'
: luitenant-generaal Koemakisji Harada.' Deze, geboren in 1888, had in 1930 Europa bezocht en was van '34 af werkzaam geweest in China, eerst als stafofficier van het Kwantoeng-Ieger, vervolgens als militair adviseur bij de Nanking-regering, tenslotte als opperbevelhebber van een legergroep. Tot eind april '45, bijna twee-en-een-half jaar lang dus, zou hij bevelhebber van het Zestiende Leger en opperbevelhebber op Java en Madoera blijven. Als hoofd van het militair bestuur op Java handhaafde hij Imamoera's chef-staf, generaal Okazaki, maar deze werd in november '43 door een andere opperofficier vervangen, generaalmajoor Moitsjiri Jamamoto.