Er bestaat geen volledig overzicht van de plaatsen waar romcesja's van Java naar toe zijn gebracht. Een vermoedelijk uit eind september '45 daterende Japanse opgave over de periode juni '43-juli '45 (het wegzenden is al vóór juni '43 begonnen l)" vermeldt dat er 200 naar Frans-IndoChina zijn gezonden, 56400 naar de Grote Oost, 48700 naar N ederlandsen 31700 naar Brits-Borneo, 120000 naar Sumatra, 31000 naar Singapore en Malakka" en 6 100 naar Thailand. Dit geeft een totaal van 294 100 6 en dat totaal is te laag: er zijn ook romcesja's naar Japan en Hongkong getransporteerd" en van de na Japans capitulatie in Thailand aangetroffen ca. 4000 romcesja's werd aangenomen dat zij de overlevenden waren van groepen die tezamen op zijn minst IQ 000 Javanen hadden geteld. Dat was een schatting die een Nederlands officier in september '45 in Bangkok maakte, en hij voegde er waarschuwend aan toe dat uit gedetailleerde gegevens van enkele kleinere van die groepen gebleken was, dat zichJ.Arbeidsinzet (Indië)BaliBangkokBorneoBorneo, Brits (Noord-)HongkongIndo-China, FransLombokMalakka/SingaporeNieuw-Guinea, AusrralischUITGEMERGELD INDIËonder deze aan de Birma-spoorweg ingezette romcesja's 'een sterfte van 80 en zelfs 90 % had voorgedaan.' I Belast met uitermate zwaar werk, lijdend onder een tekort aan voedsel en verstoken van alle medische zorg, waren zij bovendien door de Japanners op de hardste wijze aangepakt. 'Sommigen van ons', zo herinnerde zich later een van de aan de Birmaspoorweg ingezette Knil-officieren,