'Het loopt weer spaak met de rijstdistributie. In sommige wijken is vandaag slechts een deel van het dagelijks rantsoen uitgereikt, aangevuld met ketan (kleefrijst)' , djagoeng (mais), oebi (sweet potato) of gap/ek (gedroogde zetmeelknollen)", welke artikelen van nu af aan regelmatig zullen worden gedistribueerd. Het militair bewind heeft ernstige moeilijkheden met de opvordering van rijst, die bij lange na niet opbrengt wat het zich gedacht had. Vele landbouwers hebben het bijltje er bij neergelegd, zolang zij hun rijst voor 12 cent per liter' aan [het] gouvernement moeten afstaan, terwijl zij er op de zwarte markt eigenlijk net zoveel voor kunnen krijgen als zij zelf willen, indien zij het maar transporteren kunnen. Nu dat onmogelijk is, verbouwen zij precies zoveel als zij voor zichzelf en hun gezin nodig hebben. De landbouwers die nog wel bereid zijn om meer te verbouwen, houden ... een groot deel achter voor verkoop op de zwarte markt. Wat nog binnenkomt bij de verzamelkantoren van het gouvernement, kan (en dat is de derde belemmerende factor) bij gebrek aan transport niet over de districten verdeeld worden. Bandoengs voorraadkamer is het Cheribonse, waar (naar men zegt) vrij behoorlijke voorraden op transport wachten. De Japanners hebben zelfs leger-trucks ingezet voor dit vervoer en voorzien zolang in het tekort door distributie van de genoemde artikelen. Intussen ligt de rijstvoorziening in de war. Zwarte handelaren hebben daarvan direct gebruik gemaakt. De rijstprijs steeg vandaag tot f 2,60 per liter.'