Dat men er in andere landen ten aanzien van krijgsgevangenen andere opvattingen op nahield, drong heel wel tot Japan door, nadat het in 1854 zijn isolement dat het bijna twee-en-een-halve eeuw lang had gehandhaafd, had prijsgegeven - het ging er toen juist naar streven, te bewijzen5Conventie van GenèveKoninklijke Marine (m.b.t. Ned.-Indië)Witsen, E. vanDE CONVENTIE VAN GENÈVEdat het krijgsgevangenen op voorbeeldige wijze behandelde. Dat was allereerst het geval met de Chinese militairen die in de Chinees-Japanse oorlog van 1894-95 in Japanse handen vielen. In de Russisch-Japanse oorlog van 1904-05 raakten bijna tachtigduizend Russische militairen in krijgsgevangenschap - de Japanners gaven hun meer voedsel en betere kleding dan aan hun eigen troepen en zij vonden goed dat die Russen geld en goederen kregen en dat zij, voorzover zij getrouwd waren met in Siberië wonende vrouwen, met dezen in de krijgsgevangenenkampen in normaal gezinsverband konden leven. Zo ook in de Eerste Wereldoorlog: Japan maakte in het Duitse gebied in China alsmede op de Carolinen, de Marianen en de Marshall-eilanden die toen Duits koloniaal bezit waren, enkele duizenden Duitsers krijgsgevangen en dezen kwamen in Japanse vakantie-oorden in uitgesproken geriefelijke kampen terecht waar hun geen haar werd gekrenkt.