De toezeggingen waren niet meer dan een buiging voor de internationaal vastgestelde regels - was de Japanse regering voornemens geweest die regels inderdaad te doen toepassen, dan had zij de kaders van marine en leger tijdig moeten voorlichten over de bepalingen van de Conventie en er op moeten toezien dat daaraan de hand werd gehouden. Het een noch het ander was het geval: de kaders hadden geen voorlichting1 Zij was in eerste instantie niet genoemd, omdat Japan Nederland niet de oorlogBorneoBorneo, Brits (Noord-)Conventie van GenèveGoeamWakeZwitserlandRICHTLIJNEN VAN DE JAPANSE REGERINGontvangen en het Grote Hoofdkwartier duldde geen inmenging van ministeriële zijde. Het gevolg was dat het in de eerste maanden van de oorlog in de Pacific de staven van de in de Nanjo ingezette legers waren die bepaalden wat er met de krijgsgevangenen zou geschieden. Er deden zich grote verschillen voor: op Java liet generaal Imamoera de krijgsgevangenen aanvankelijk een zekere mate van vrijheid, in Singapore en op Malakka werden zij terstond aan het werk gezet en op Luzon werd in april '42 een groot deel van de verdedigers van het schiereiland Bataan tot een voettocht en een treinreis naar hun eerste kamp gedwongen die ca. achtduizend hunner deden bezwijken.