Ook buiten Indië, d.w.z. elders in het Japanse machtsgebied, zijn in de jaren dat de oorlog in de Pacific woedde, Nederlandse en IndischNederlandse burgers geïnterneerd geweest, niet velen: ca. zeventig in Japan, ca. vierhonderd in Nanking-China, ruim vijftig in Hongkong, ca. honderdvijftig op de Philippijnen. vijf in Frans-Indo-China, zeven in Thailand, ca. tachtig in Singapore.
Begin '42 had de Japanse regering aan de regeringen van de Verenigde Staten, Groot-Brittannië en Nederland toegezegd dat zij niet alleen de krijgsgevangenen maar ook de geïnterneerden conform de bepalingen van de Conventie van Genève zou behandelen. Wat de in Japan geïn
I Van Velden, p. 296.'Alle gebouwen'
, aldus dr. van Velden, 'die ze voor internering gebruikten, waren in Westerse stijlopgetrokken en gezond en vaak zeer mooi gelegen.'
Vaak waren de interneringscomplexen niet eens omrasterd.
'De geïnterneerden konden iedere maand vrij spreken met de vertegenwoordigers der beschermende mogendheden en hadden contact met de gedelegeerde van het Internationale Rode Kruis. In veel kampen waren particuliere bezoeken toegestaan; ook mochten de geïnterneerden de kampen verlaten voor bezoek aan het ziekenhuis en aan de tandarts en soms ook om te wandelen, inkopen te doen of hun gezinnen te bezoeken.'
Iedere maand konden ze een brief van honderd woorden schrijven naar landen buiten japan en meestal eenmaal per week een brief, bestemd voor een plaats in japan zelf ... De japanse commandanten en bewakers traden over het algemeen correct op. Het onderhoud der kampen en het verstrekken van voedsel, zeep, medicijnen en kleding waren voldoende, behalve in het laatste jaar.?
Goed verzorgd werden in Japan ook de ingenieurs van het radiolaboratorium te Bandoeng en hun gezinnen: een groep van twee-en-twintig personen die, zoals in hoofdstuk 5 vermeld, door het Soemitomoconcern naar Japan was overgebracht; hetzelfde gold voor de medische staf en de niet-inheemse bemanningsleden van het door de Japanners (in strijd met de internationale regels) in beslag genomen marine-hospitaalschip 'Op ten Noort'
. Merkwaardig was dat in Japan niet eens alle burgers van staten waarmee het land in oorlog was, geïnterneerd werden: ca. driehonderdvijftig bleven vrij.
In China, waar in totaal meer dan negenduizend Geallieerde burgers geïnterneerd werden, de meesten in het grote handelscentrum Sjanghai, waren de omstandigheden minder gunstig: de interneringscampiexen boden niet voldoende ruimte en de rantsoenen waren in '44 en vooral in '
45 te gering. Men moest er evenwel niet voor de Japanners werken en mishandelingen kwamen over het algemeen niet voor. Voorts was er, evenals in Japan trouwens, ruim gelegenheid tot studie, godsdienstoefening en recreatie. 'Geen wonder'
, aldus dr. van Velden, 'dat men na de Japanse capitulatie kon zeggen dat de geïnterneerden er gezond uitzagen
, Dat laatste in gevallen waarin uit het betrokken gezin alleen de man geïnterneerd was. 2 Van Velden, p. 226. 76
Ook in Hongkong en op de Philippijnen kwam het niet tot noodtoestanden en in Frans-Indo-China en in Thailand gaven de Franse en Thaise autoriteiten zich alle moeite om het leven der geïnterneerden zo dragelijk mogelijk te maken. In Singapore werd aanvankelijk een deel van de Changi-gevangenis als interneringskamp gebruikt - vrouwen en kinderen waren er in een aparte vleugelondergebracht; allen kregen voldoende te eten. Toen de gehele Changi-gevangenis in '44 voor het onderbrengen van krijgsgevangenen in gebruik werd genomen, werden de geïnterneerden in een ander kamp ondergebracht; daar werd honger geleden.
Opmerkelijk is tenslotte dat er van alle gebieden die wij tot dusver noemden, slechts één was waar de mannen en de oudere jongens gescheiden waren van de vrouwen en overige kinderen: Singapore. Singapore behoorde namelijk tot het gezagsgebied van veldmaarschalk Teraoetsji en in zijn gehele gebied werden mannen en vrouwen gescheiden ondergebracht. Zowel in Singapore evenwel als in Birma (daar zijn geen Nederlandse staarsburgers geïnterneerd geweest) en in het door het Japanse leger bestuurde Brits-Borneo (waarheen de Nederlandse en Indisch-Nederlandse burgers uit het westen van Nederlands-Borneo werden overgebracht: een kleine driehonderd personen) bevonden de rnannen en vrouwen zich in een-en-hetzelfde kampcornplex; 'ze wisten'
, aldus dr. van Velden, 'iets van elkaar af, konden elkaar in de verte een enkele maal zien en somtijds stonden de Japanners een officiële ontmoeting toe van enkele uren. Men kon elkander diensten bewijzen: de vrouwen naaien voor de mannen, de mannen het zwaarste werk doen voor de vrouwen, zoals graven en houthakken, en hun een deel van de opbrengst der tuinen zenden. In de kampen in Birma en bij Singapore hebben de rnannen de gehele interneringstijd voor de vrouwen gekookt."
Op de Philippijnen, in Hongkong, in Nationalistisch-China en in Japan zelf is van gezinsscheiding geen sprake geweest. Er was slechts één gebied waar die scheiding volledig werd doorgevoerd: Nederlands-Indië, en alleen al daardoor hebben de geïnterneerden het er moeilijker gehad dan de geïnterneerden in de overige gebieden die tot Japans machtssfeer behoorden. Die in Nederlands-Indië geïnterneerde groep was bovendien veruit de grootste. Er zijn in het Japanse machtsgebied in totaal ruim honderdvijf-en-twintigduizend burgers geïnterneerd: ca. honderdduizend in Nederlands-Indië, ruim vijf-en-twintigduizend elders. Daar
I A.v., p. 24 I. 2'de nodige bescherming te bieden'
- hij had voorts vernomen dat op Oost-Java grote groepen Nederlandse en Indisch-Nederlandse mannen naar een kamp in Kesilir waren overgebracht. Van het interneren van vrouwen en kinderen wist hij niets naders af en in Japanse radiomededelingen, in Australië opgevangen, werd later te dien aanzien slechts gezegd dat die vrouwen en kinderen in 'beschermde wijken'
waren ondergebracht. Waren die wijken afgesloten en bewaakt en dus in feite interneringsoorden? De Nederlandse en Nederlands-Indische autoriteiten vermoedden dat wel maar konden het niet bewijzen, mede doordat zij er in '43 en '
44 in het geheel niet in slaagden, geheime verbindingen met Indië op te bouwen. Het gevolg was dat, terwijl van alle geïnterneerden de in Indië geïnterneerden er veruit het slechtst aan toe waren, de regeringen van de Verenigde Staten en Groot-Brittannië bewerkstelligden dat van de schaarse hulpzendingen welke door Japan werden toegelaten, slechts een onevenredig klein deel voor de in Indië geïnterneerden bestemd werd. Zo ging trien er bij de opstelling van het verdelingsschema van de grote zending die eind '44 naar Wladiwostok (en vandaar naar Nakhodka) werd getransporteerd, van uit dat er in Indië drie-en-dertigduizend geïnterneerden waren - er waren er in' werkelijkheid driemaal zoveel.