Behalve kapitein-ter-zee Koenraad die wij al noemden, waren ook verscheidene andere marine-officieren naar Australië ontkomen. Hetzelfde gold voor de commandant van de Militaire Luchtvaart, generaalmajoor L. H. van Oyen, en voor een aantal stafofficieren van het Knil: majoor jhr. J. M. R. Sandberg, die te Bandoeng directeur van de Hogere Krijgsschool was geweest, de beroepskapiteins D. C. Buurman van Vreeden, A. L. A. Coppens, G. L. Reinderhoff, S. H. Spoor en H. J. de Vries. Maar ook hooggeplaatste burgers hadden Australië bereikt: luitenant-gouverneur-generaal van Mook, twee leden van de Raad van Nederlands-Indië: van der Plas en Soejono, twee departementsdirecteuren: mr. N. S. Blom (Justitie) en Loekrnan Djajadiningrat (Onderwijs en Eredienst), en zeven personen die op economisch gebied vooraanstaande overheidsposities hadden bekleed: A. Bos, hoofd van de afdeling Invoerzaken van het Kantoor voor de Handel, mr. D. Crena de Iongh, directeur van het Nederlands-Indisch Deviezeninstituut, B. S. van Deinse, hoofdagent van de Koninklijke Paketvaart Maatschappij, de KPM, te Singapore, prof. mr. J. Eggens, eerste gedelegeerde van de Indische Commissie voor Rechtsverkeer in Oorlogstijd, dr. ir. P. Honig, directeur van het Instituut voor Rubberonderzoek, ir. P. H. W. Sitsen, hoofd van de afdeling Nijverheid van Economische Zaken, en dr. R. E. Smits, directeur-secretaris van de Indische circulatiebank, de Javase Bank. Die groep van zeven was samengesteld door van Mook, die eerder al, namelijk kort na de rode februari (de dag waarop hij van besprekingen in Washington op Java was teruggekeerd), zijn opvolger als directeur van Economische Zaken, mr. J. E. van Hoogstraten, naar Australië had gezonden. Aan die groep van
Buurman van Vreeden, D. C.
Eggens, J .
Honig. P .
Hoogsrraren, J. E. van
Indische Commissie voor Rechtsverkeer In Oorlogstijd, 11c
Instituut voor Rubberonderzoek
Javase Bank
Mook, H. J. van
Reinderhoff, G. L.
Sandberg, J. M. R
Spionage, Japanse, in Indië
Spoor, S. H.
zeven had van Starkenborgh nog enkelen toegevoegd: A. H. J. Lovink, hoofd van de Dienst der Oost-Aziatische Zaken (de functionaris die leiding had gegeven aan de bestrijding der Japanse spionage) en ir. C. J. Warners, hoofd Technische Dienst en Telefoonexploitatie der PIT, die een van zijn ondergeschikten, ir. J. Jansen, opdracht gegeven had bruikbare zenders voor eventueel geheim radiocontact te construeren - Jansen, die óók tijdig was geëvacueerd, had een van die toestellen dat bijna af was, naar Australië meegenomen. Dat zulks voor de oorlogvoering van belang was, zou spoedig blijken.