de acties van de verkenningspatrouilles van het Korps Insulinde noemde hij 'romantisch kinderspel'
.' In diezelfde geest schreef hij aan van der Plas, 'de enigszins romantische instelling van Helfrich op dat gebied'
aanstippend - 'eerst als wij werkelijk weten hoe de zaken in Indië staan en over de nodige contacten beschikken, komt de voorbereiding van Special Operations-werk aan de beurt ... Laat ons na alle misère en tegenslag hopen dat wij nu in de tweede helft van 1943 in ieder geval met het eigenlijke werk doeltreffend kunnen beginnen." Aan de nieuwe krachten (gehoopt werd dat men er minstens honderdvijf-en-twintig, ja misschien wel vijfhonderd bijeen zou krijgen) zou overigens niet gezegd worden dat sommigen hunner mogelijkerwijs voor geheime operaties bestemd waren, maar, aldus van Maak aan Warners, 'voor de Indische dienst (Ieger, olie-rehabilitatie, economische zaken, administratie enz.)' - ze zouden naar Brits-Indië en Australië worden overgebracht, waar men hen zou 'observeren'
en 'de geschikte candidaten uitzoeken."