In '77 moest de voorzitter van de CDA-fractie in de Tweede Kamer, mr. W. Aantjes, zich terugtrekken toen bleek dat hij zich in '44, toen hij als postbode in Duitsland werkzaam was geweest, bij de Germaanse SS had aangesloten - een feit dat hij onmiddellijk na de oorlog en ook later had verzwegen. Dan kwam in '79 naar buiten dat mr. J. M. A. H. Luns, die van ' 56 tot '7 Ionafgebroken minister van buitenlandse zaken was geweest en nadien secretaris-generaal van de Navo was geworden, in het begin van de jaren '30 enkele jaren lang ingeschreven lid van de NSB was geweest (hij beweerde: buiten zijn medeweten). Ook vond in de tweede helft van de jaren '70 een langdurig, voor diverse instanties gevoerd proces plaats tegen de 'foute' handelsman P. N. Menten, van wie bewezen werd dat hij in de zomer van '41 in het door de Wehrmacht veroverde Oost-Polen een misdrijftegen de menselijkheid had gepleegd. Tenslotte was er in het begin van de jaren '80 grote belangstelling voor enkele processen tegen andere Nederlanders die van misdaden tegen de menselijkheid beticht waren - het departement van justitie had in '79 een aparte officier van justitie benoemd om personen als dezen op te sporen en hun berechting voor te bereiden.
Aanrjes, W.Kersrens, P. A .Luns, ). M. A. H.Menten, P. N.Wet Uitkeringen vervolgingsslachtoffersANNO I98S