! Brief, 17 juni 1977, van J. Bastiaans.
Bastiaans, J.
Illegalireir, Nederlandse (voormalige, na de be- vrijding)
Joden
Onderduik(ers), joodse
Oorlogs- en vervolgingsslachtoffers, Neder- landse
omstreeks vijf-en-veertigduizend personen onderworpen geweest, waarbij wij diegenen die hen als helpers terzijde stonden (hun aantal kan zelfs niet geschat worden), niet hebben meegerekend. Van die geschatte ca. vijf-en-veertigduizend waren bij de bevrijding wellicht nog ca. vijf-endertigduizend in leven (onder wie ca. zesduizend die uit de Duitse concentratiekampen waren teruggekeerd) - hoevelen verkregen nu buitengewoon pensioen op grond van psychische moeilijkheden? In de eerste tien jaar na de bevrijding ruim veertienhonderd. In '55 droeg de Stichting 1940-1945, die toen de door de Buitengewone Pensioenraad vastgestelde pensioenen uitbetaalde (en uit eigen middelen soms aanvulde), zorg voor in totaal ca. zesduizendvijfhonderd personen: illegale werkers (mannen en vrouwen) en hun nabestaanden.' Voor die aanvullingen had zij met inzamelingen een bedrag van ca. f35 mln bijeengekregen - welnu, dat werd voldoende geacht; er werd aangenomen dat nauwelijks nog aanvragen voor buitengewoon pensioen zouden binnenkomen en de Stichting trok zich uit de openbaarheid terug. Terwijl nu inderdaad het aantal aanvragen in de periode' 55-'
65 beperkt bleef, ging zich na '65 een opmerkelijke stijging aftekenen: ruim 200 aanvragen in '66 en '
67, maar in '68 klom het cijfer boven de 300 en gestadig verder toenemend overschreed het in het jaar '
75 de 1000, terwijl het in de jaren '80-'
85 rond de 700 bleef schommelen. Veel van die aanvragen werden afgewezen, omdat de instanties die de beslissingen namen, er niet van overtuigd waren dat de aanvragers wegens hun illegale werk invalide waren geworden - met dat al ontvangen in '85, terwijl voordien al talrijke illegale werkers zijn overleden" bijna vijfduizendzeshonderd illegale werkers (en ca. negenduizend weduwen van illegale werkers) buitengewoon pensioen: aanzienlijk meer dus dan in' 55, tienjaar na de bevrijding.