Schermerhorn zei verder dat met de belangen der landbouwers terdege rekening zou worden gehouden, dat de zwarte markt zou worden tegengegaan (hij vermeed de term 'geldzuivering'
- het moment van die zuivering moest als een verrassing komen), dat de overheid 'een nationale herstel-fmancierings-maatschappij'
zou oprichten, dat de sociale wetgeving zou worden verbeterd ('daarbij staat voorop de urgentie van een verbetering der ouderdomszorg'
), dat het departement van onderwijs, kunsten en wetenschappen 'de centrale plaats'
zou worden, 'vanwaar uit in de toekomst de volksopvoeding in de breedste zin des woords kan worden bevorderd'
, dat de achterstand op het gebied van de volkswoningbouw zo mogelijk 'in tien jaar'
zou worden
Bedrijfsleven in Nederland
Land- en tuinbouw
Mijnen
Nederlandsche Bank
Onderwijs
Sociale verzekeringen, stelsel van volksverzeke- ringen
overheidsvoorlichting zou worden verbeterd (een Regeringsvoorlichtingsdienst zou niet alleen voortdurend het regeringsbeleid toelichten maar ook de regering 'op de hoogte houden van hetgeen er in den lande omgaat'
) en dat de werkwijze van de ministerraad efficiënter zou worden gemaakt: er kwamen vier ministeriële raden, nl. voor algemene oorlogvoering, voor binnenlands bestuur, voor economische zaken en voor wederopbouw, en van al die vier zou hij, de minister-president, 'als coördinerend element'
voorzitter zijn.