Hoe deze lange radiotoespraak werd ontvangen (het Militair Gezag droeg er zorg voor dat de tekst in een boekje, getiteld Herstel en Vernieuwing, spoedig in enkele tienduizenden exemplaren in de boekhandel te koop lag), is niet precies bekend. Wij veronderstellen dat door velen werd gewaardeerd dat Schermerhorn de beleidsvoornemens van het nieuwe kabinet zo uitgebreid had willen uiteenzetten, maar anderzijds dat die voornemens lang niet met ieders wensen strookten. Natuurlijk, Indië moest bevrijd worden en de wederopbouw ter hand genomen maar op andere punten was geenszins sprake van eenstemmigheid. Traditioneel denkenden vonden het vreemd dat de minister-president gesproken had van 'Indonesië'
en dat er in plaats van de oude Staten-Generaal voorlopig een 'noodparlement'
zou komen; de linkersector van de georganiseerde illegaliteit voorzag dat zij goeddeels zou worden uitgeschakeld; de communisten die velen achter zich wisten (hun blad, De Waarheid, had een oplaag die in de honderdduizenden liep), zagen het uitstel van de alge
Illegalireir, Nederlandse (voormalige, na de be- vrijding)
Noodparlement (Voorlopige Staten-Gene- raal)
Regeringsvoorlichtingsdienst
De Waarheid
27 JUNI 1945: SCHERMERHORN SPREEKTmene verkiezingen als een tegen hèn gerichte manoeuvre; zij en anderen konden zich er niet mee verenigen dat op economisch terrein kennelijk van de zuivering niet veel zou terechtkomen; vele vermogenden wezen het denkbeeld af dat zij zich het meest zouden moeten ontzeggen; eigenaars en directies van bedrijven zagen er geen heil in dat de gehele economie door een plan zou worden bepaald, dat de arbeiders betrokken zouden worden bij de organisatie van het bedrijfsleven en dat wellicht hele bedrijfstakken zouden worden genationaliseerd; in confessionele kringen waar twee generaties lang was gestreden voor de vrijheid van het bijzonder onderwijs, vroeg men zich bezorgd af wat die 'centrale plaats'
van het departement zou worden bij 'de volksopvoeding in de breedste zin des woords'
, en voorts was menigeen van opinie dat de dubbele taak van de Regeringsvoorlichtingsdienst te veelleek op wat in Nazi-Duitsland gebruikelijk was geweest. Tenslotte: nam de nieuwe minister-president, tevens minister voor de algemene oorlogvoering, als voorzitter van vier nieuwe ministeriële raden niet te veel hooi op zijn vork?