De zaak van het noodparlement zat de koningin bijzonder hoog. Zij wist dat zij met haar zo hardnekkig volgehouden weigering om onder enige in Londen ontworpen regeling haar handtekening te zetten de ministers staatkundig verantwoordelijk had gemaakt voor een lacune in de besluitwetgeving waarvoor de historische verantwoordelijkheid louter bij háár berustte - had zij gehandeld in overeenstemming met wat in bezet gebied werd gewenst? Op 10 mei '45 liet zij de eerste twee in haar ogen gezaghebbende zegslieden uit het pas bevrijde Westen op '
Anneville' bij zich komen: Schermerhorn, wiens leidende rol in de kringen van de in Brabant opgesloten gijzelaars en speciaalook bij de door hen op 'vernieuwing'
gerichte politieke besprekingen haar bekend was, en L. Neher, die zij in Londen had ontmoet; hij, voorman van de in '43 opgerichte verzetsorganisatie het Nationaal Comité, tot maart '45 vertegenwoordiger van de midden-sectie in de Contact-Commissie, was in april' 45 via de Biesbos naar Londen vertrokken om er de regering van te overtuigen dat Seyss-Inquarts aanbod om (ter wille van de leniging van de hongersnood) voor West-Nederland tot een wapenstilstandsovereenkomst te komen, serieus moest worden genomen.