Zonder twijfel mocht men na enige tijd de GAC zien als de volwaardige vertegenwoordigster van de illegaliteit. De commissie telde uiteindelijk negen-en-dertig leden (van wie tot ergernis van de 'buitenprovincies'
een-en-dertig in het westen des lands woonden) - negen-en-dertig waren dat die man voor man belangrijk illegaal werk hadden gedaan; dat gold met name ook voor de door allen aanvaarde voorzitter: J. J. Brutel de la Rivière, de schoolarts uit Deventer die een van de voormannen van het artsenverzet was geweest, en voor de twee secretarissen: mr. J. Drion die samen met zijn broer mr. H. Drion het illegale blad De Geus had uitgegeven, en mr. H. W. Sandberg die tot de leiding had behoord van de Persoonsbewijzencentrale.