De (in de Japanse tijd voorbereide) Grondwet van de Republiek had Soekarno als president een grote macht gegeven: hij zou alle ministers benoemen en ontslaan, een recht van veto hebben ten aanzien van alle besluiten van een te vormen Raad van Volksvertegenwoordigers, een Adviesraad naast zich krijgen welks leden hij zelf zou benoemen, en in een noodtoestand geheel buiten de Raad van Volksvertegenwoordigers om bij dekreet kunnen regeren. Niet de bedoelde Raad van Volksvertegenwoordigers, noch de Adviesraad werden gevormd - het enige dat tot stand kwam was het honderdzeven-en-dertig leden tellende Komitee Nasional Indonesia Poesat, het Knip. Deze opzet nu werd door geen Indonesische voorman duidelijker afgewezen dan door Sjahrir. Hij was een socialist en een democraat en hij wist voldoende van de wereld buiten Indonesië af om te beseffen dat voortzetting van de eigenmachtige acties der pemoeda's en handhaving van een autoritair bestel en van de op papier haast almachtige positie van Soekarno de naam van de Republiek bij de Britten en de Amerikanen ernstig zou schaden. Hij publiceerde een brochure waarin hij jongeren die tegen weerlozen gewelddadig optraden, 'fascisten'
noemde, de collaboratie met de Japanners veroordeelde en aandrong op een grondige maatschappelijke hervorming: de macht van de bestuursaristocratie (een van de pijlers onder Soekarno's eerste bewind) moest gebroken worden, elk bodemperceel eigendom worden van de landbouwer die het bewerkte. Voor zijn staatkundige denkbeelden vond hij steeds meer aanhangers binnen het Knip - dit lichaam besloot op 25 oktober '45 tot invoering van een parlementair stelsel, waarbij een eerder door het Knip samengesteld Werkcomité als voorlopig parlement zou fungeren. Sjahrir werd voorzitter van dat Werkcomité en bewerk
Grondwet (Indonesië)
Komitee National Indonesia Poesat (Knip)
Raad van Volksvertegenwoordigers (Indone- sië)
SJAHRIR MINISTER-PRESIDENTstelligde dat het gedeeltelijk uit aanhangers van zijn denkbeelden ging bestaan. Soekarno droeg de wetgevende macht aan het Knip over, Sjahrir breidde dat college met acht-en-dertig, door hem als betrouwbaar beschouwde leden uit, het begin september gevormde eerste kabinet trad af en hij vormde midden november een nieuw kabinet dat elf ministers telde. Allen hadden gestudeerd (zes in Nederland), er waren vier christenen onder (een van dezen was Sjarifoeddin) en de orthodox-Islamietische richting was er niet in vertegenwoordigd. Dat laatste wekte weerstanden, trouwens: de strijdkrachten wezen het kabinet af dat duidelijk naar een akkoord met Nederland wilde streven (het Knip had Sjahrir daar een machtiging voor gegeven) dit kabinet was het dat pas na vijf weken Soedirman als opperbevelhebber aanvaardde.