Bevreesd dat de Geallieerden (Frankrijk en Engeland) van maand tot maand sterker zouden worden en dat hij het voordeel van de strategische verrassing zou verliezen, had, zoals wij al zagen, Hitler er van begin oktober afbij zijn generaals op aangedrongen, nog in november (mits althans de weersomstandigheden gunstig waren) in het westen tot het offensief over te gaan: eerder dan de lode zou evenwel niet mogelijk zijn. Zoals de waard is, vertrouwt hij zijn gasten: hij hield rekening met de mogelijkheid dat de Geallieerden hem vóór zouden zijn en uit eigen beweging tot de bezetting van België, wellicht ook van Nederland zouden trachten over te gaan. Dan moest de Wehrmacht beide landen onmiddellijk binnenrukken; die situatie werd in de plannen die de Duitse legerleiding ging ontwerpen, als 'der Sofort-Fall'
aangeduid. Wij gaan er niet dieper op in: 'der Sofort-Fall' is, al heeft het, wat België betreft, niet veel gescheeld, nooit werkelijkheid geworden.
Op instructie van Hitler werden nog in oktober onder verantwoordelijkheid van de Oberbefehlshaber des Heeres, generaal von Brauchitsch, door de chef van diens staf, generaal Halder, en zijn medewerkers twee plannen voor een grootscheeps offensief uitgewerkt. Dat offensief kreeg de code-aanduiding Fall Celb (de aanval op Polen had Fall Weiss geheten); het eerste plan was ophet tweede opoktober gereed. Beide plannen gingen er van uit, dat de voornaamste strijd geleverd zou worden in België: immers, de Franse en Engelse divisies zouden, zodra de Duitsers de Belgische oostgrens overschreden, België van het zuiden uit binnenrukken, Nederland zou slechts neventoneel zijn. III het plan van 29 oktober kwam dat duidelijker tot uiting
Dwars door Limburg en een deel van Noord-Brabant zou dan voorts een Duitse stoot uitgevoerd worden in de richting van Antwerpen en Brussel." Zo luidde, wat ons land betrof, die eerste algemene instructie welke generaal von Brauchitsch liet opstellen - en de staven van de Duitse legergroepen, legers en divisies gingen koortsachtig aan de slag om eik de taken uit te werken die zij binnen dat kader te verrichten zouden krijgen. Zij waren daar nog mee bezig, toen een nieuwe algemene instructie (die van de 29Ste oktober) met speciale koeriers rondgebracht werd. In die tweede Aufmarschan weisung was, teneinde de krachten in het zuiden sterker te kunnen concentreren, de opmars tot aan de Grebbelinie. eventueel tot in het hart van de Vesting Holland, komen te vervallen: alleen Limburg bezuiden Venlo zou Duits opmarsgebied zijn - een situatie waarin, had zij zich ooit voorgedaan, de Nederlandse opperbevelhebber van land- en zeemacht weinig gehad zou hebben aan de hem op 9 september schriftelijk verstrekte opdracht, want daarin was slechts sprake van 'een overmachtige aanval uit het oosten op het hart des lands'
en werd over het gebied bezuiden de rivieren gezwegen. 'Sechste Armee', aldus een van de onderdelen van die tweede instructie van 29 oktober, 'tritt aus der Linie Venlo-Aachen (Orte einschliesslich] derart an dass sie die Maas Tasch uberwinden und unter Deckung ihrer rechten Plonee gegen die Einwirkung holländischer Kriifte die belgischen Grenzbefestigungen mit möglichst geringem Zeit auju/and durehstossen kann. Weitere Angr!fJsrichtung Brussel."
De datum voor de inzet van dat offensief was inmiddels ook al bepaald. Hitler wist dat zijn tank- en gemotoriseerde divisies enige tijd nodig hadden voor hij ze, uit Polen aangevoerd, weer ten volle kon gebruiken: er was materiaal dat gerepareerd, ander materiaal dat vervangen moest worden. Op I9 oktober ontving hij bericht dat de bedoelde divisies weer einsatzfähig zouden zijn op zaterdag II november - meteen werd de datum voor Fall Celb vastgesteld: zondag de rzde, Als de weersomstandigheden het toelieten.Jacobsen:p.A.v., p.
Nagenoeg alle hooggeplaatste Duitse generaals achtten het offensief waar Hitler zijn zinnen op gezet had, een op dat moment onverantwoord avontuur: er ontbrak nog te veel aan de oefening, de organisatie en de uitrusting van de meeste Duitse divisies. Moesten zij zo al niet ingrijpen, dan toch waarschuwen I Dat laatste was wel het minste wat zij konden doen. De Ober befehlshaber des Heeres, generaal von Brauchitsch, werd bereid gevonden, zich persoonlijk met die weinig aanlokkelijke taak te belasten. Op zondagmorgen 5 november zocht hij Hitler in de rijkskanselarij te Berlijn op. Pas een week later, 12 november, zou het offensief ingezet worden maar gedurende die week zouden de bij het offensief ingeschakelde divisies in zes nachtelijke marsen (naar gehoopt werd: onopgemerkt) naar de grens oprukken: wilde men de rzde aanvallen, dan moest dus op zondag de sde het bevel voor het begin van die troepenbewegingen gegeven worden. Brauchitsch deed evenwel Hitler voorlezing van een memorandum waarin hij alle argumenten had samengevat die tegen dit offensief op dit moment pleitten. Woedend zond Hitler hem de deur uit - en nog diezelfde middag gaf de Führer via zijn eigen staf (het Oberko/JImando der Wehrnuuht) opdracht tot de uitvoering van Fall Gelb, aanvalsdag 12 november. 2 Alle onderdelen van het Oberkol1lmando der Wehnnacht en alle bevelsinstanties van leger, vloot en luchtmacht werden ingelicht, onder die onderdelen van het OKW ook de dienst voor spionage, sabotage en contra-spionage, het Amt Ausland-Abwehr. En in de nacht van zondag S op maandag 6 november begonnen de bij Fall Celb ingedeelde Duitse divisies naar de grenzen van Nederland, België en Luxemburg op te schuiven.
De Duitse troepen die, als het offensief doorging, Limburg bezuiden Venlo moesten doorkruisen, dienden, gelijk de instructie voorschreef, hun rechterflank tegen het ingrijpen "an Nederlandse strijdkrachten te beschermen. Generaal von Brauchitsch was voor dat ingrijpen niet bevreesd: hemJacobsen:p.p.7
<geht hervar dass neuerdings tlördlich der Maas das Gebiet ostwärts der Ijsel und der Nordostteil des Landes fast kalllp.fios mifgegeben werden wird. An der Ijsel wetden wahrscheiniicli vorgeschobene Teile /ûnhaltenden Widerstand leisten, um die für die Überschwemmunç der Grebbe-Linie nötige Zeit zu gewinnell. Erst in der Grebbe Linie wird sich das niederiändisthe Feldheer zur Verteidigung stellen ... Einsatz: starker KräJte sudlich der Maas ist jedoch ... bei einem Angriff ûber die Maas von Osten her unwahrscheinlick wegm der breiten Stromschranken, die einen etwa tlötigen Riickzug erschweren warden'
20 luidde de conclusie van een aan het Nederlandse veldleger gewijd geheim rapport waarvan op 20 oktober al meer dan duizend exemplaren toegezonden waren aan allestaven en eenheden die iets met Fall Celb te maken hadden.l Die conclusie werd op 5 november herhaald en bevestigd." In een apart bericht dat uitsluitend voor de bevelhebbers der verschillende legers bestemd was (onder hen de bevelhebber van het bij Zuid-Limburg opgestelde zesde leger), werd gerapporteerd dat het Nederlandse leger kennelijk tot taak gekregen had, 'im allgenseinen die 'Festung Holland' zu halten. Crössere Angri_8s Unternehniungen sind zunáchst nicht wahrscheinlich.'3 Anders gezegd: hetDuitse zesde leger hoefde in ofbij Zuid-Limburg niet bevreesd te zijn voor Nederlandse tegenaanvallen.
Maar daar lag, zo zag Hitler het, niet de kern van het probleem. Ook kortstondige Nederlandse weerstand kon hem noodlottig worden. Met maximale spoed moest hij in België doordringen: elke dag, elk uur zou meetellen. Afgezien van andere obstakels moesten de Duitse troepen daartoe bij Maastricht de Maas passeren en, iets verderwestelijk, in België de bruggen
Obereonunaudo des Heeres, Generalstab, IV, Abt. Fremde Heere West: 'Das niederlàndischeFeldheer, sein und seine Operationsabsichten' 7
De Indianenboeken van Karl May kende hiJ' op zijn duimpje en de listen vielen hem in, de een na de ander.
Voor het fort bij Eben Emael bedacht hij als oplossing dat een groep militairen met zweefvliegtuigen boven op het fort zou landen om dan onmiddellijk met explosieve ladingen de lopen van de kanonnen op te blazen." Bij de bruggen over het Albertkanaal zouden eveneens militairen met zweefvliegtuigen afgezet worden," Maar Maastricht I De grote verleeersbruggen lagen midden tussen Maastricht en Wijk: daar kon men geen zweefvliegtuigen doen landen. Hitler had een ander plan: een afdeling speciaal opgeleide militairen zou in Nederlandse uniformen gestoken worden om vlak voor of tegelijk met het begin van het Duitse offensief de verkeersbruggen, zo mogelijk ook de spoorbrug in bezit te nemen." Die afdeling moest dus ergens de Nederlandse grens passeren. Hoe kon men de douane uitschakelen I Korte tijd overwoog Hitler overrompeling met behulp van als vrouwen verklede militairen", later leek het hem beter, die militaireninhet uniform van de Nederlandse marechaussee te steken.?
De afdeling welke de operatie tegen Maastricht uit te voeren kreeg, was niet zo klein: vijfhonderd-vijftig man. Een Hauptmann Fleck werd verbindingsofficier tussen die afdeling en de Alnuehr. De operatie werd op 26 oktober in beginsel door Hitler vastgesteld." of die vijfhonderd-vijftig man hun actie uitsluitend op de bruggen bij Maastricht moesten richten dan wel of
De zuiver-militaire uniformen behoefden geen probleem te vormen: het Nederlandse leger placht een deel van zijn uniformen uit Duitsland te betrekken en afgedankte uniformen waren menigmaal door het Rijkskledingmagazijn te Woerden naar Duitsland als lompen verkocht. Die omstandigheden waren aan Hitler en zijn naaste militaire medewerkers niet bekend: aan de top van de staatweet men wel vaker niet, wat zich ergens in de diepte aan een economische sector afspeelt. Hitler zag maar één oplossing: exemplaren van al die uniformen, militaire en niet-militaire, moesten uit Nederland gesmokkeld worden. De Berlijnse centrale van de Abwehr kreeg daar opdracht toe, gaf die opdracht door aan de Abwehrstelle Münster en Münster schakelde een van zijn officieren in, Richard Gerken, in het burgerleven Kriminalhommissar in Osnabrück, maar in die tijd als AbLvehr-officier o.m. belast met het onderhouden van contact met agenten in Nederland en met Duits douanepersoneel dat gegevens over de situatie in de Nederlandse grensgebieden verzamelde. Gerken besefte dat hij een niet alleen moeilijke, maar vooral ook delicate taak te verrichten kreeg: als de smokkelarij ontdekt werd, wat dan? De Nederlanders zouden er de juiste conclusies aan kunnen verbinden, Hitlers gehele opzet zou in duigen kunnen vallen. Gerken bedacht er wat op: behalve de voor de militaire operatie benodigde uniformen zou hij ook kledingstukken zien te verzamelen van meer folkloristische aard en liep hij of liepen anderen tegen de lamp, dan zou beweerd worden dat al die kledij nodig was voor een speciale opvoering van de operette Der Graf von Luxemburg in het stadstheater van Osnabrück - een opvoering waarin men 'een paar acteurs als vriendelijke en sympathieke Hollanders ... in originele Nederlandse uniformen' zou laten optreden, 'ze zouden dan als vrienden uit ons buurland gefêteerd kunnen worden."
Gerken was menigmaal in Nederland geweest. Voor het passeren van de grens placht hij, om minder op te vallen, gebruik te maken niet van een Duitse auto maar van een Nederlandse, eigendom van J. F. L. Albrink uit Denekamp, Overijsels Statenlid voor de NSB; de auto werd meestal
1 R. Gerken in De Telegraaf, I maart 1969.
Op woensdag I november, laat in de middag, maakten van OIst en Albrink jr. hun opwachting bij een joodse koopman in gedragen kleding, zekere Blom, die zijn bedrijf uitoefende in een loods bij het vroegere Amsterdamse Weesperpoortstation. Ze kochten de nodige uniformstukken en bestelden er meer die Blom niet voorradig had: de uniformen van een postbode, van spoorwegpersoneel, van de rijksveldwacht, ze zouden er de volgende dag al voor terugkomen, ze hadden haast en Blom moest alles zo inpakken dat, zeiden ze, 'niemand moest kunnen zien wat er in zat'
. Blom vertrouwde het zaakje niet, noteerde in de schemering het nummer van de auto waarin de twee heren gekomen waren en gafhet nummer aan de politie door, vermoedelijk op donderdag 2 november toen de tweede zending kledij opgehaald werd. Ten huize van Genuneke die weer in dienst was, werden onder toezicht van Abwehr-officier Gerken de uniformstukken waar men in Duitsland om zat te springen, in twee grote koffers gepakt, Albrink jr. laadde die koffers in zijn auto en reed weg. Ter attentie van 'Herr Gerken, Stadttheater Osnabrück', moest hij ze afgeven aan de Duitse douanepost op de weg van Almelo naar Nordhorn.
De auto waarvan het nummer doorgegeven was, werd evenwel bij Denekamp aangehouden en doorzocht: een hele collectie militaire kleding kwam te voorschijn, benevens uitmonsteringsstukken van de Nederlandse Spoorwegen, van de gemeentepolitie en van de Nederlandse posterijen. Albrink jr.
1 A.v.
Hoe liep de zaak voor de betrokkenen af?
Lalieu werd na een paar maanden vrijgelaten (spionage in een allder land was in Nederland niet strafbaar) maar begin mei '40 geïnterneerd (daarop komen wij nog terug); tijdens de bezetting bleefhij allerlei werkzaamheden voor de Abwehr verrichten. Vall Olst zat nog in Amsterdam in arrest toen de Duitsers er binnenrukten; zij forceerden zijn vrijlating; nadien gedroeg luj zich, aldus zijn naoorlogs VOl1lUS,'als volledig NSB'
er'. Gerken verscheen op 12 mei '40 onder de naam cdr. Müller' in het pas door de Duitsers bezette Almelo, dwong er de directeur van het Huis Vall Bewaring om Albrink jr. wiens proces samen met dat van Vall Olst op de 14de in Almelo gevoerd zou worden, vrij te laten en nam alle processtukken brutaalweg bij de officier van justitie in beslag. Inspecteur Gemmeke werd begin januari' 40 uit de Amsterdamse politie ontslagen; luj bekleedde van augustus '40 af de rang van Hauptsturmiûhrer der T¥affen-SS. 1
ten behoeve van de naoorlogse berechting van Lalieu en van Olst, hetgeen bemoei
Gerkens operatie, die mislukt was, bleef niet de enige in haar soort. Er zijn aanwijzingen dat ook andere Duitsers in die tijd of enige tijd later in het oosten en zuiden van het land Nederlandse uniformen trachtten op te kopen, 'in Enschede werd'
, aldus Gerken, 'het hoofddeksel, behorend bij de uniform van een marechaussee, bij de kapper waar hij zijn haar liet knippen, van de kapstok gestolen.'!
Die latere gevallen, soms ook in de pers gesignaleerd," trokken niet zo sterk de aandacht als dat eerste, de 'Denekampse smokkelzaak'
. Albrink sr. was in Overijsel een prominent NSB'er; wat in de bladen te lezen stond, wekte of versterkte bij menigeen het vermoeden dat NSB'ers geneigd waren tot landsverraderlijk optreden. Veiligheidshalve besloten de Nederlandse Spoorwegen medio november om voor het gehele personeel van hoog tot laag identiteitsbewijzen in te voeren, voorzien van pasfoto en handtekening. Andere maatregelen werden, voorzover ons bekend, niet genomen; Hiders opzet werd in het algemeen niet doorzien, de listen en lagen waar de Fuhrer verzot op was, vielen buiten het voorstellingsvermogen van de meeste Nederlandse autoriteiten en van de Nederlandse burgerij.
Wij moeten nog even terugkeren naar Hiders offensieve platmen zoals die op 19 en 29 oktober op schrift gesteld waren. Beide platmen behelsden de bezetting van Nederlands grondgebied. Hoe moest daar het bestuur ingericht worden en welke maatregelen moest men er nemen op de civiele sector? Bij vele generaals van de Wehrmacht stond één ding voorop: de willekeur die zich voorgedaan had in Polen waar allerlei partij-instanties zich met het bestuur waren gaan bemoeien en de Einsatzgruppen van de Sicher heitspolizei tot een barbaarse terreur overgegaan waren, moest in WestEuropa, dus ook in Nederland, voorkomen worden. In de daar te bezetten gebieden zou derhalve een militair bestuur in het leven geroepen worden.J.
'Es solI unter allen Umständen die militärische Autorität in jeder Weise auck auf dem Verwaltungs- und Wirtschaftsgebiet gewährt werden, £1m zu verhinderen, dass irgendwelche höheren zivilen und Parteidienststellen ihre eigenen Wünsche und Absichten durch Einrichtunçen besonderer Organisationen zur Gelttlng bringen könnetl.'l
Daarvan uitgaand, werden allerlei regelingen voorbereid. 'Fremde Staats oberhäupter', zo heette het in een stuk van 24 oktober, 'sind gegebenenJàlls durch eine Ehrenkompanie zu bewachen. Ihrer persönlichen Preiheit sind sie nicht zu berauben. Dasselbe gilt für den ehemaligen Deutschen Kaiser'2 - die in Doom woonde, vlak bij de Grebbelinie. De tweede Aufmarschanweisung, die van 29 oktober, behoefde voor koningin Wilhelmina en de ex-keizer niets te bepalen: in Nederland zou immers alleen de zuidelijke helft van Limburg bezet worden. Dat maakte in wezen geen verschil voor de algemene maatregelen die vast op schrift gesteld werden. De belangrijkste punten werden op I november door de chef van het Oberkommando der Wehmiacht, generaal Keitel, aan Hitler voorgelegd; de ijverige generaal schreefbij die gelegenheid Hitlers opmerkingen naast de voorstellen die in de Vortragsnotiz betreffende het bestuur van de te bezetten delen van Nederland, België en Luxemburg ontwikkeld waren. 'Der Fuhrer hat Kenntnis und ist einverstanden', kwam er boven te staan.
Ten aanzien van één hoogst belangrijk aspect, misschien wel het belangrijkste, had Hitler zelf moeten beslissen. In de Vortragsnotiz werd betoogd dat er twee mogelijkheden waren: hij kon, de drie westelijke buurstaten binnenrukkend, publiekelijk verklaren, 'dass Staatshoheit und Grenzen der besetzten Länder nicht angetastet werden sollen. Verneinung aller Annexionsabsichten' Of hij kon besluiten tot 'ofJenlassell dieset Frage besonders gegenüber Belgten (Eupen-Malmédy, Plamenjrage)', Hitler koos nadrukkelijk dat laatste. Bij het kruisje dat zijn keus aangaf, schreefKeitel: 'Fuhrer hat besenders bejaht'.
Met de 'reine Militárueru/altung' ging Hitler graag accoord: hij had al moeilijkheden genoeg met zijn generaals; als zij op die Militdrverwaltung gesteld waren, konden zij hun gang gaan - tenminste voorlopig. Evenmin had hij er bezwaar tegen, dat hun militair bestuur zich aan de bepalingen van het Haags Landoorlogreglement zou houden - bepalingen overigens die zijn
Kriegstagebuch 1.0155). • Vortragsnotiz, 24 okt. 1939, van het OKH, Abt. L IV (OKW, Sammel t/lappe 'Pall Gelb', a.v.,
Die woorden schreef Keitel op I november.
Acht dagen later, op de çde, werden bij Venlo twee agenten van de Engelse geheime dienst over de grens gesleept die, van Nederland uit en met steun van Nederlandse collega's, getracht hadden, bij te dragen tot de val van het Naziregime. Over de politieke motivering van zijn offensief dat, als het weer het toestond, nog in november ingezet zou worden, maakte Hitler zich na dat Venlo-incident geen zorgen meer: er was hem een argumentatie in handen gespeeld die hij zorgvuldig zou bewaren om haar naar voren te brengen op een moment dat, naar hij hoopte, maximaal effect zou waarborgen.