GS III A kreeg het in de jaren '30 heel wat drukker dan in de jaren '20. De jaarlijkse fondsen stegen dan ook uiteindelijk weer tot f 400002 toch nog een bescheiden bedrag. Niettemin slaagde de dierist er in, zich een redelijk goed beeld te vormen omtrent de snelle groei der Duitse strijdkrachten en met name ook omtrent die militaire formaties welke in tijden van spanJ.Centrale Inlichtingsdienst (voor de oorlog)Fabius, H. A. CMilitaire Inlichtingendienst (MID)De Militaire SpectatorRoelofsen, J. c.Woelderen, C A. vanWolting, A.HET WERK VAN GS IIIning in de buurt van de Nederlandse grens opgesteld werden. Hoofd van GS III A was in de vooroorlogse jaren majoor J. G. M. van de Plassche, een gesloten en achterdochtig man. Aanzienlijk vlotter en gemakkelijker in de omgang was zijn rechterhand, kapitein C. M. Olifiers die in mei '34 bij GS III geplaatst werd en daar Duitsland te behandelen kreeg. 'Ik wist toen het verschilnog niet tussen de SA en de SS', zei hij ons eens/Maar datduurde niet lang! Kapitein Olifiers ging met ijver en scherpzinnigheid de Duitse pers volgen: het was verbazingwekkend wat daar soms aan kleine berichten in gepubliceerd werd die, als een mozaiek samengevoegd, een beeld gaven van de nieuwe regimenten die geformeerd werden. Ook gegevens over nieuwe vliegvelden kon men vaak in de Duitse pers vinden.